Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1587/GA, 25 oktober 2004, beroep
Uitspraakdatum:25-10-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1587/GA

betreft: [klager] datum: 25 oktober 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Almelo,

gericht tegen een uitspraak van 6 juli 2004 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 oktober 2004, gehouden in de locatie Zwolle, is gehoord de unit-directeur [...] bij de locatie Almelo.

Klager en zijn raadsman mr. N.A. Heidanus hebben schriftelijk medegedeeld dat zij niet ter zitting zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van uitsluiting van alle gemeenschappelijke activiteiten voor een periode van maximaal een week.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Vóórdat klager in de locatie Almelo is geplaatst, verbleef hij op de landelijke afzonderingsafdeling, waar hij geplaatst was omdat hij in Arnhem een personeelslid van achteren had aangevallen en in een wurggreep heeft genomen,waardoor er letsel is ontstaan bij dit personeelslid. Gelet hierop en voorts gelet op het feit dat klager tbs-passant is en hij veroordeeld is terzake van een geweldsdelict, is in verband met de handhaving van de orde en veiligheidin de inrichting het noodzakelijk geacht om klager niet direct deel te laten nemen aan alle gemeenschappelijke activiteiten. Afhankelijk van zijn gedrag is bezien of en in hoeverre zijn deelname aan de gemeenschappelijkeactiviteiten verantwoord was. De psycholoog heeft klager bezocht en hij is besproken in het PMO. Ook het PMO was van mening dat de maatregel passend was. Dagelijks heeft de directeur zich op de hoogte gesteld van klagers gedrag enopstelling. Op de zesde dag van de maatregel is, in overleg met het afdelingshoofd en de medische dienst, besloten om de maatregel te beëindigen op de zevende dag. Daarna hebben zich geen problemen met klager voorgedaan.

3. De beoordeling
Klager was vóór zijn overplaatsing naar de locatie Almelo afgezonderd op de landelijke afzonderingsafdeling, omdat hij in de vorige inrichting een personeelslid had aangevallen. Gelet op klagers achtergrond als tbs-passant en plegervan een geweldsdelict, heeft de directeur besloten om bij binnenkomst van klager geen risico te nemen en hem voorhands overeenkomstig artikel 23, eerste lid, Pbw de ordemaatregel van uitsluiting aan alle gemeenschappelijkeactiviteiten op te leggen in het belang van de handhaving van de orde en de veiligheid in de inrichting. Klager is vervolgens gezien door de inrichtingspsycholoog en besproken in het multidisciplinaire PMO. Voorts is zijn gedragdagelijks geobserveerd en is de maatregel beëindigd zodra was gebleken dat klagers gedrag geen risico vormde voor de orde en de veiligheid in de inrichting. De beroepscommissie is van oordeel dat de bestreden beslissing zorgvuldigis genomen en niet als in strijd met de wet of als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Derhalve zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnogongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 oktober 2004

secretaris voorzitter

Naar boven