Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2028/GB, 22 oktober 2004, beroep
Uitspraakdatum:22-10-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2028/GB

Betreft: [klager] datum: 22 oktober 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 augustus 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) De Corridor te Zeeland afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 9 juli 2004 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. te Vught.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht.
In de afwijzende beslissing wordt gesuggereerd dat er over klager negatieve rapporten zouden zijn. Klager is hier van niet op de hoogte. Ook de piw-ers hebben geen negatieve rapportage over klager kunnen vinden. Hij heeft zich immerpositief opgesteld.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Binnen de korte tijd dat klager in detentie verblijft werd hij een aantal malen gerapporteerd vanwege negatief gedrag. Dit vormt reden zijn verzoek om overplaatsing af te wijzen. Verder is de h.v.b. capaciteit in Zeeland in principeniet bestemd voor gedetineerden die preventief worden ingesloten.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De beroepscommissie stelt op basis van de stukken vast dat in de terzake van klager opgemaakte inrichtingsrapportage geen aanknopingspunten zijn te vinden welke de conclusie rechtvaardigen dat ten aanzien van klager in zijnhuidige detentie rapporten zijn opgemaakt vanwege negatief gedrag. Voorts blijkt uit de bestemmingsaanwijzing van het h.v.b. De Corridor dat dit een h.v.b. betreft met een standaardregime van beperkte gemeenschap en een normaalbeveiligingsniveau. Nog daargelaten of het rechtmatig geacht moet worden, zoals de selectiefunctionaris het motiveert, dat in verband met de gebouwelijke situatie niet iedere gedetineerde voor plaatsing in dit h.v.b. in aanmerkingkan komen, zijn in de inrichtingsrapportage noch anderszins aanknopingspunten te vinden die de conclusie rechtvaardigen dat klager, gedragsmatig gezien, niet voor dit h.v.b. in aanmerking kan komen. Derhalve moet de op de onder 3.2genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt.

De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming, nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing ongedaan zijn te maken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 22 oktober 2004

secretaris voorzitter

Naar boven