Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1812/TA, 20 oktober 2004, beroep
Uitspraakdatum:20-10-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1812/TA

betreft: [klager] datum: 20 oktober 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 29 juli 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 10 juni 2004 van de beklagcommissie bij het forensisch psychiatrisch centrum Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 september 2004, gehouden in de locatie Zoetermeer is gehoord [...], afdelingshoofd. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Klager heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen.

Klagers raadsman, mr. M.A.I. Witlox, is niet ter zitting verschenen en heeft d.d. 7 september 2004 aan het secretariaat van de Raad telefonisch medegedeeld dat hij geen nader verweer zal voeren.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. De beslissing tot afzondering in de eigen verblijfsruimte vanaf 20 april 2004, 20.00 uur, tot 21 april 2004, 10.15 uur;
b. De beslissing tot separatie vanaf 21 april 2004, 10.15 uur tot 23 april 2004, 15.15 uur, en
c. De beslissing tot afzondering in de eigen verblijfsruimte vanaf 23 april 2004, 15.15 uur, tot 26 april 2004, 15.15 uur.

De beklagcommissie heeft onderdeel b. en c. van het beklag ongegrond verklaard en klager voor wat betreft onderdeel a. van het beklag niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraakweergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het personeel heeft beledigende taal in klagers richting geuit, waarop klager zich verbaal heeft geuit, omdat hij er niet van gediendis om dergelijke beledigende taal te moeten aanhoren in het bijzijn van medepatiënten. Klager heeft daarbij met een vermanende vinger gewezen in de richting van het personeelslid. Er kan geen sprake zijn van een dusdanige agressiedat er ingegrepen diende te worden door beveiligingsambtenaren. Het is hun interpretatie van klagers houding. Teruglopend naar de afdeling wees klager erop dat hij niet meer beledigd wenste te worden. Klager heeft meermalengesprekken gevoerd over dit soort eerder voorgevallen situaties, die hij zeer onprettig vindt.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Voor wat betreft de onderdelen b. en c. zijn er geen zogenaamde B-formulieren bij de stukken gevoegd.Dergelijke beslissingen worden altijd genomen door de directeur, maar niet medegedeeld door de directeur. Het is niet bekend of de beslissingen als vermeld onder b. en c. ondertekend zijn door de directeur.
In verband met klagers lichaamsbouw, zijn uitstraling en taalgebruik is het mogelijk dat een signaal dat hij uitzendt door de ontvanger anders ontvangen wordt dan klager bedoeld heeft. Er kan sprake zijn geweest van een misverstand.Overwogen is of er een alternatief was voor separatie. De toestand op de ICU-afdeling was dreigend en andere patiënten waren onrustig geworden. Om die reden is beslist om klager te separeren.

3. De beoordeling
Voor wat betreft onderdeel a. overweegt de beroepscommissie dat op zich tegen een beslissing tot afzondering in beginsel, gelet op het bepaalde in artikel 57, tweede en vierde lid, Bvt pas beklag openstaat nadat de afzondering tweedagen heeft geduurd, waarbij de dag waarop de beslissing is genomen buiten beschouwing blijft. Klager is op 20 april 2004, 20.00 uur, afgezonderd in de eigen verblijfsruimte tot 21 april 2004, 10.15 uur en op laatst genoemd tijdstipaaneensluitend gesepareerd tot 23 april 2004, 15.15 uur en aaneensluitend wederom afgezonderd in de eigen verblijfsruimte tot 26 april 2004, 15.15 uur. Gelet op de samenhang tussen de aaneensluitende beslissingen tot separatie enafzondering en de onderhavige beslissing tot afzondering, zal de beroepscommissie volgens vaste jurisprudentie (00/182/TA en 01/689/TA) klager ook wat betreft onderdeel a. in zijn beklag ontvangen en het beroep op dit onderdeelgegrond verklaren en klager alsnog ontvangen in zijn beklag.

Voor wat betreft onderdeel b. en c. overweegt de beroepscommissie dat nu de beslissingen, door de inrichting aangeduid met B-formulieren, niet overlegd kunnen worden niet is gebleken dat voldaan is aan de hoor- en mededelingsplichtals vermeld in de artikelen 53 en 54 Bvt. Derhalve zal de beroepscommissie het beroep ten aanzien van de onderdelen b. en c. formeel gegrond verklaren. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn temaken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie stelt deze vast op € 20,=.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie ten aanzien van de onderdelen a., b. en c. dat op de sportzaal een incident heeft plaatsgevonden, waarbij klager uitspraken over verkrachtingen heeft gedaan en daarbij met zijn armen heeftgezwaaid en dat dit dreigend is overgekomen op het personeel. De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissingen van de directeur om klager vervolgens in verband met het herstel van de orde en de veiligheid op de ICU-afdeling afte zonderen in de eigen verblijfsruimte, te separeren en vervolgens wederom af te zonderen in de eigen verblijfsruimte alvorens hem weer terug te plaatsen in zijn reguliere programma niet in strijd zijn met de wet, noch bij afwegingvan alle in aanmerking komende belangen als onredelijk of onbillijk kunnen worden aangemerkt. Materieel zal het beroep derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
Ten aanzien van onderdeel a.:
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beslissing van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog ontvankelijk in het beklag.

Ten aanzien van onderdeel b. en onderdeel c.:
De beroepscommissie verklaart het beroep op formele gronden gegrond, vernietigt de uitspraak van beklagcommissie en verklaart het beklag op formele gronden gegrond.
Zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 20,=.

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de onderdelen a., b. en c. materieel ongegrond, bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag materieel ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, prof. dr. F.A.M. Kortmann en mr. Y.A.J.M. van Kuijck, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 20 oktober 2004

secretaris voorzitter

nummer: 04/1812/TA

betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 6 september 2004, gehouden in de locatie Zoetermeer.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. S.L. Donker
leden: prof. dr. F.A.M. Kortmann en mr. Y. A.J.M. van Kuijck.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. H.S. van Gemert.

Namens het hoofd van het forensisch psychiatrisch centrum Veldzicht te Balkbrug is gehoord [...], afdelingshoofd.

Klager heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen. De raadsman van klager mr. M.A.I. Witlox is niet ter zitting verschenen.

Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard. Voor wat betreft de onderdelen b. en c. zijn er geen zogenaamde B-formulieren bij de stukken gevoegd. Dergelijke beslissingen wordenaltijd genomen door de directeur, maar niet medegedeeld door de directeur. Het is niet bekend of de beslissingen als vermeld onder b. en c. ondertekend zijn door de directeur.
In verband met klagers lichaamsbouw, zijn uitstraling en taalgebruik is het mogelijk dat een signaal dat hij uitzendt door de ontvanger anders ontvangen wordt dan klager bedoeld heeft. Er kan sprake zijn geweest van een misverstand.Overwogen is of er een alternatief was voor separatie. De toestand op de ICU-afdeling was dreigend en andere patiënten waren onrustig geworden. Om die reden is beslist om klager te separeren.

secretaris voorzitter

Naar boven