Nummer: 04/1987/GB
Betreft: [klager] datum: 18 oktober 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 6 augustus 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Klager is, bijgestaan door zijn raadsman mr. C.M.P. Jongsma, op 15 september 2004 door een lid van de Raad gehoord.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten (bgg) Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 6 mei 2002 gedetineerd. Hij verbleef sedert 12 maart 2004 in het huis van bewaring (h.v.b.) Alphen aan den Rijn. Op 8 juli 2004 is hij geplaatst in de bgg Nieuw Vosseveld, waar een regime van beperktegemeenschap geldt.
2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van 9 jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 26 maart 2004. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 4 mei 2008. Aansluitend dient hijeventueel een subsidiaire hechtenis van 12 dagen, een hechtenis van 18 dagen in het kader van een schadevergoedingsmaatregel en 3 dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften teondergaan.
2.3. Bij uitspraak van 15 oktober 2004, met nummer 04/1759/GA, van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid van de Pbw, is het beroep van klager, gericht tegen de uitspraak van 13 juli 2004 van de beklagcommissiebij locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel betreffende een ordemaatregel van plaatsing in afzondering een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen en overplaatsing naar een andere inrichting, naar aanleiding van anoniemeinformatie over klagers betrokkenheid bij de voorbereiding van een gijzeling met gebruik van geweld, ongegrond verklaard.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Uit klagers gedragsrapportage komt naar voren dat hij zich goed gedraagt. Klager weet heel goed waar de grenzen liggen. Hij is gedurende zijn detentie tweemaal reiniger geweest en hij was gedecolid. Hij zat goed in De IJssel. Doorde anonieme informatie is alles veranderd. Klager heeft niets te maken met de voorbereiding van een ontvluchting. Hij stond recent niet op de lijst van vlucht- en gemeengevaarlijke gedetineerden. Klager is via Alphen aan den Rijnnaar Vught overgeplaatst. Als hij zijn cassatieberoep niet had ingetrokken, was hij niet geselecteerd voor het bgg Vught en zat hij nog in het h.v.b. Alphen aan den Rijn. Aldaar vonden ze hem geschikt voor een regime van algehelegemeenschap. Klager wil graag weer terug naar Alphen aan den Rijn. Het liefst zou hij weer teruggaan naar Krimpen aan den IJssel, maar hij begrijpt dat daar te veel is gebeurd.
Door de raadsman is nog het volgende aangevoerd.
Uit de brief van het meldpunt GRIP komt naar voren dat er vooralsnog geen relevante informatie is met betrekking tot de voorgenomen ontvluchting. Over de betrouwbaarheid van de bron kan geen oordeel worden gevormd. Desalniettemin isde anonieme informatie voor de directeur en de selectiefunctionaris voldoende reden geweest om klager in afzondering te plaatsen en vervolgens over te plaatsen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is uitvoerig besproken in de selectie advies commissie. Zijn plaatsing in de bgg Nieuw Vosseveld is niet uitsluitend gebaseerd op het vermoeden dat hij bezig was met het voorbereiden van een ontvluchting. Het gaat om hettotale functioneren van klager. In het selectieadvies van het h.v.b. Alphen aan den Rijn komt naar voren dat met betrekking tot de geschiktheid van klager wordt getwijfeld tussen het regime van beperkte of algehele gemeenschap. Ookin het selectieadvies van het Penitentiair selectiecentrum wordt de nodige twijfel geuit. Daarbij krijgt plaatsing van klager in het regime van algehele gemeenschap het voordeel van de twijfel. Klagers gedrag geeft deselectiefunctionaris alle aanleiding hem te plaatsen in een gestructureerde omgeving waarin hij goed gevolgd kan worden. De selectiefunctionaris heeft daarbij tevens in zijn overweging meegenomen dat klager verdacht werd van hetvoorbereiden van een ontvluchting middels gijzeling en met hulp van buitenaf. Dit vermoeden staat in een rapport van het GRIP. De informatie wordt actueel en concreet geacht.
4. De beoordeling
4.1. De bgg Nieuw Vosseveld is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Een tot gevangenisstraf veroordeelde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap, tenzij hiervoor op grond van de persoonlijkheid en/of het gedrag van de betrokkene gewichtigecontra-indicaties bestaan.
Uit de selectiebescheiden komt naar voren dat klager diverse malen is overgeplaatst vanwege agressie en ontoelaatbaar gedrag. Hij lijkt nauwelijks gevoelig voor correcties en heeft behoefte aan duidelijkheid en structuur. In maart2004 is hij vanuit de locatie De IJssel overgeplaatst naar het h.v.b. Alphen aan de Rijn, in verband met de verdenking van betrokkenheid bij de voorbereiding van een ontvluchting door middel van gijzeling. Het beroep van klagertegen zijn plaatsing in afzondering in locatie De IJssel is op 15 oktober 2004 ongegrond verklaard. Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de selectiefunctionaris de omtrent klagers gedrag verstrektegegevens in redelijkheid heeft kunnen aanmerken als een contra-indicatie voor plaatsing in een regime van algehele gemeenschap. Derhalve is de beslissing klager vooralsnog te plaatsen in een inrichting met een regime van beperktegemeenschap niet in strijd met de wet en evenmin als onredelijk of onbillijk aan te merken.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 18 oktober 2004
secretaris voorzitter