Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1845/GA, 11 oktober 2004, beroep
Uitspraakdatum:11-10-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1845/GA

betreft: [klager] datum: 11 oktober 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 19 juli 2004 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Haaglanden, vestiging Zoetermeer, voorzover deze de vaststelling betreft dat geen tegemoetkoming wordt toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft klager geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van diens beklag betreffende het niet meekrijgen van zijn medicatie bij overplaatsing naar een andere inrichting, op de gronden als in deaangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Voorzover zijn beroep tevens gericht was tegen de overige onderdelen van de uitspraak van de beklagcommissie, is het beroep komen te vervallen. Wel handhaaft hij zijn beroep tegen hetniet toekennen van een tegemoetkoming. De medicatie die hij bij zijn overplaatsing niet mocht meenemen, bestaande uit een spray en zalf, kreeg hij pas twee weken later terug. Ten onrechte is geoordeeld dat hij daarvan geen nadeelheeft ondervonden. Hij is hartpatiënt; daarom moet hij steeds zijn medicatie bij de hand hebben ingeval hij pijn op de borst krijgt of zich benauwd voelt. Hij heeft ook daadwerkelijk pijn gehad en is in het busje bang geweest dat erwat met hem zou gebeuren. Omdat dit het gevolg was van een fout van de inrichting vindt hij dat hij daarvoor een kleine tegemoetkoming mag ontvangen.

De directeur heeft in zijn reactie op het beroep volhard in zijn standpunt, zoals tegenover de beklagcommissie gegeven.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Dit ongemakbestond voor klager met name uit de omstandigheid dat hij tijdens zijn vervoer naar een andere inrichting niet de beschikking had over de medicatie die hij als hartpatiënt bij zich behoorde te hebben. De beroepscommissie is vanoordeel dat het niet toekennen van een tegemoetkoming onjuist is. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een tegemoetkoming vaststellen van
€ 5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.H.L. Cusell-te Gussinklo, secretaris, op 11 oktober 2004

secretaris voorzitter

Naar boven