Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1784/GB, 28 september 2004, beroep
Uitspraakdatum:28-09-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/1784/GB

Betreft: [klager] datum: 28 september 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1967], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 juli 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de Individuele Begeleidingsafdeling (IBA) Noordsingel te Rotterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 11 januari 2004 gedetineerd. Hij verbleef in de IBA Haarlem, een huis van bewaring. Op 11 juni 2004 is hij overgeplaatst naar de IBA Noordsingel, eveneens een h.v.b..

2.2. Klager heeft een gevangenisstraf van een jaar met aftrek ondergaan. De v.i.-datum viel op 8 september 2004. Aansluitend is klagers tbs aangevangen en is hij in afwachting van plaatsing in een tbs-kliniek.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris zegt dat klager de goede gang van zaken, rust en veiligheid op de afdeling in het geding heeft gebracht door niet de juiste weg te bewandelen zijnde via directie, personeel, gedeco, maandcommissaris,beklagcommissie, rechtshulp e.a.. Een alinea later spreekt de selectiefunctionaris zich zelf tegen door te stellen dat klager het voortdurend met het personeel bespreekt. Klager heeft enkele malen tegen het personeel gezegd uit tewillen zoeken op hoeveel uren dagprogramma de gedetineerden recht hebben. Hij heeft dit eenmaal herhaald tegen het afdelingshoofd. In de IBA Haarlem bestaat overigens geen mogelijkheid om een probleem bij de gedeco in te brengen.Klager ontkent het onderwerp voortdurend bij lotgenoten te hebben aangekaart. Doordat toezeggingen na de verhuizing niet uitkwamen waren veel mensen teleurgesteld en werd het onderwerp van gesprek. Klager wil nog steeds terug naarHaarlem.
De psychologe stipt het punt van de kleding van de penitentiair inrichtingswerkers (piw’ers) aan. In Zeist liep men in burger en in Haarlem moest het personeel weer in uniform lopen. Dit riep zowel bij piw’ers als bij gedetineerdenveel weerstand op. Mede op verzoek van de piw’ers heeft klager dit punt in een brief aan de directeur overgebracht. Bij de brief was een handtekeningenlijst gevoegd van gedetineerden en afdelingspersoneel. De psychologe heeft dezelijst ook ondertekend.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is in de selectie adviescommissie (SAC)-IBA op verzoek van de afdelingspsychologe besproken. Klager veroorzaakte veel ophef en jutte medegedetineerden op naar aanleiding van de verhuizing van de IBA-afdeling vanuit Zeist naarHaarlem. De IBA-afdeling was tijdelijk naar Zeist verhuisd in verband met een ingrijpende verbouwing. Klager was van mening dat het in Zeist beter was. Correcties hadden geen effect en een afzonderingsmaatregel zou zijn psychischegesteldheid niet ten goede komen. De SAC-IBA adviseerde de selectiefunctionaris klager over te plaatsen naar een andere IBA. Daarbij leek de IBA Noordsingel de beste keus gezien klagers woonplaats Den Haag.

4. De beoordeling
4.1. Klager, die thans als tbs-passant in het h.v.b. verblijft, behoort, gelet op artikel 9, tweede lid, Pbw, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden kunnen in de IBA-afdelingen gedetineerden worden geplaatst die vanwege een psychiatrische stoornis, eenpersoonlijkheidsstoornis danwel psychosociale problematiek extra begeleiding behoeven en zich niet kunnen handhaven in een reguliere inrichting of afdeling.

4.3. De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet. Voorts overweegt zij het volgende.
Uit de door de afdelingspsychologe opgemaakte rapportage d.d. 10 juni 2004 ten behoeve van klagers overplaatsing komt naar voren dat klager sinds de terugkeer in Haarlem op alles wat aan te merken heeft. Hij werpt zich op “alsvertegenwoordiger van het leed” en heeft zich ten doel gesteld om alle medegedetineerden achter zich te krijgen. Hij heeft hierdoor een negatieve invloed op de groep die hier erg gevoelig voor is. Ook heeft klager de neiging tebepalen wat andere gedetineerden moeten gaan doen. Voor het herstel van de rust op de afdeling is het noodzakelijk dat klager overgeplaatst wordt. In een nieuwe setting is het van belang om een duidelijke benadering en structuur tenaanzien van klager weer aan te scherpen en hem indien nodig te begrenzen, zodat ook hij zijn rust weer hervindt. Gezien het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerdebeslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 28 september 2004

secretaris voorzitter

Naar boven