Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1922/GB, 13 september 2004, beroep
Uitspraakdatum:13-09-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/1922/GB

Betreft: [klager] datum: 13 september 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 9 augustus 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1970], verder te noemen klager,

alsmede de aanvulling hierop van klagers raadsman mr. L.J.B.G. van Kleef,

gericht tegen een op 2 augustus 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) te Sittard afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 17 juni 2004 gedetineerd. Hij verblijft sedert 21 juni 2004 als preventief gehechte in het h.v.b. Arnhem-Zuid.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. te Sittard als volgt toegelicht.
Klagers familie is woonachtig in België. In de twee maanden dat hij in Arnhem verblijft heeft zijn dochter van tien jaar - vanwege de reisafstand en de kosten - hem slechts één maal kunnen bezoeken. Zijn moeder is vanwegegezondheidsredenen niet in staat bij klager op bezoek te komen.
Andere medeverdachten in zijn zaak mogen wel in een zelfde h.v.b. verblijven.
Klagers raadsman voornoemd heeft hieraan nog toegevoegd dat niet valt in te zien waarom klager niet in dezelfde inrichting zou kunnen verblijven als één van zijn medeverdachten, mits hij op een andere afdeling geplaatst wordt,teneinde onderling contact te vermijden. Tevens heeft hij een medische verklaring van de arts van klagers moeder overgelegd omtrent haar gezondheid.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
In de zaak van klager zijn vele medeverdachten ingesloten. Het openbaar ministerie heeft geen bezwaar tegen overplaatsing van klager naar een ander h.v.b. maar wel tegen het feit dat klager met een medeverdachte in hetzelfde h.v.b.zou worden ingesloten. In Maastricht zit een medeverdachte en in Sittard binnen afzienbare tijd, omdat inmiddels een overplaatsingsverzoek van een medeverdachte naar Sittard bij beslissing van 29 juli 2004 is gehonoreerd.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk wordenaangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen. Hierbij is in aanmerking genomen dat uit de namens klager omtrent de gezondheidssituatievan zijn moeder overgelegde verklaring van de arts niet blijkt dat zij niet tot reizen in staat zou zijn.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 13 september 2004

secretaris voorzitter

Naar boven