Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1578/GB, 13 september 2004, beroep
Uitspraakdatum:13-09-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/1578/GB

Betreft: [klager] datum: 13 september 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 7 juli 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.D.Adjiembaks, namens

[...], geboren op [1968], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 juni 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de afwijzing zijn opgelegde gevangenisstraf door toepassing van elektronische detentie te ondergaan ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is op 3 juli 2001 veroordeeld tot 35 dagen principale hechtenis.
Op 14 april 2004 is hij in de gelegenheid gesteld kenbaar te maken of hij in aanmerking wenste te komen voor elektronische detentie. Op 21 april 2004 heeft klager bericht hiervoor in aanmerking te willen komen. Op 15 juni 2004 isnegatief beslist op klagers verzoek hem voor elektronische detentie in aanmerking te laten komen, omdat niet werd voldaan aan de voorwaarde dat hij beschikt over een geldig legitimatiebewijs en een geldige verblijfsvergunning. Hettegen deze beslissing op 22 juni 2004 ingediende bezwaarschrift is bij beslissing van 30 juni 2004 ongegrond verklaard.
Op 2 juli 2004 heeft klager een oproepbrief op last van de officier van Justitie ontvangen, met de mededeling zich op 27 september 2004 te melden in de gevangenis Westlinge, teneinde zijn principale hechtenis te ondergaan.
Bij brief van 9 juli 2004 heeft de selectiefunctionaris bericht dat gebleken is dat voor klager een gratieverzoek is ingediend. Hieraan is opschortende werking ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de straf verleend.

3. Ontvankelijkheid
Nu klager in afwachting van zijn verzoek om gratie zijn opgelegde principale hechtenis niet hoeft te ondergaan, terwijl nadat er een beslissing op dit verzoek is genomen - indien nodig - de procedure ten aanzien van detenuitvoerlegging opnieuw doorlopen zal worden, is de beroepscommissie van oordeel dat het belang aan het beroep is komen te ontvallen. Om deze reden dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 13 september 2004

secretaris voorzitter

Naar boven