Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0997/GA, 9 september 2004, beroep
Uitspraakdatum:09-09-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/997/GA

betreft: [klager] datum: 9 september 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 17 mei 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mevrouw mr.D.G.M. van den Hoogen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 26 april 2004 van de beklagcommissie bij de locatie Alphen aan den Rijn, welke op 12 mei 2004 aan klager is verzonden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw voornoemd, en mevrouw [...], unitdirecteur, zijn op 2 augustus 2004 in de penitentiaire inrichting Amsterdam, gehoord door een lid van de Raad. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft
a. een disciplinaire straf van twee dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens werkweigering;
b. bejegening door de werkmeester.

De beklagcommissie heeft het beklag met betrekking tot onderdeel a ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
De beklagcommissie heeft klager met betrekking tot onderdeel b niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Met betrekking tot onderdeel a: Vanaf klagers binnenkomst in november 2003 is de medische dienst op de hoogte van zijn rugklachten. Voordat klager het schriftelijke verslag d.d. 15 maart 2004 terzake van werkweigering is aangezegd,heeft hij vrijwillig wel eens met de 'spoelautomaat' gewerkt, werk dat je met twee handen moet doen, zittend op een hoge stoel, waardoor je benen niet op de grond maar op een voetensteun rusten en je constant moet balanceren vanwegehet 'krukeffect'. Door die ervaring wist hij dat hij dat werk wegens zijn rugproblemen niet kon doen. Toch verplichtte de werkmeester hem daartoe. Het werken aan de vertinmachine had hij niet eerder gedaan. Toen klager aangaf dathet niet ging, is hij naar boven gestuurd. Het werk dat klager gewoon was te doen (licht sorteer- en inpakwerk, zittend aan een tafel met beide voeten op de grond) leverde hem geen problemen op. De directeur heeft de medische dienstgeraadpleegd met het oog op een disciplinaire straf. Direct na de straf is klager op 19 maart 2004 bij de medische dienst geweest, waarna de arts op 22 maart 2004 voor het eerst zijn rugklachten oppervlakkig heeft onderzocht enheeft geadviseerd hem op de arbeidszaal diversen te plaatsen met de mogelijkheid tot het doen van rugoefeningen. Sedertdien staat hij op de wachtlijst voor arbeid en is hem intussen geen arbeid aangeboden.
Met betrekking tot het onderdeel b: de racistische bejegening door werkmeester [...] blijkt ook uit de schriftelijke verklaring van gedetineerde [...] d.d. 25 april 2004. Deze werkmeester heeft uitlatingen gedaan als "diebuitenlanders pak ik nog wel aan". Dat betrof ook een groep Marokkanen aan een bepaalde tafel. Toen hij dat deed is een van hen volledig uit zijn dak gegaan wegens de gevolgen ervan voor zijn verlof. Op 15 maart 2004 weigerde deblanke gedetineerde [...], zittend aan dezelfde tafel als klager, om aan de spoelautomaat te werken. Daaraan verbond de werkmeester geen gevolgen in tegenstelling tot in het geval van klager, over wie hij eerder tegen drieautochtone gedetineerden had gezegd klager als allochtoon te zullen aanpakken. In dat licht moet de werkopdracht dan ook worden gezien, te meer daar er 11 anderen waren die dat werk konden doen. De meeste gedetineerden hebben eenhekel aan dat werk, omdat je afgezonderd in een hoekje zit en de computer precies telt hoeveel je doet. Er zijn twee jongens die overwerken en die machine gewoonlijk bedienen. Deze werkmeester laat bovendien Nederlandse hemwelgevallige gedetineerden naar de gegevens van gedetineerden in de computer kijken. Ook de aard van het delict is dan onderwerp van de belangstelling.
Namens klager is - zakelijk weergegeven –- nog het volgende aangevoerd.
Met betrekking tot onderdeel a: De medische dienst heeft klagers medisch dossier niet op orde. De e-mail van de medische dienst d.d. 7 november 2003 aan de afdeling arbeid dat klager om medische redenen niet mag tillen bij de arbeiden het verzoek daarmee rekening te houden is niet opgenomen in het dossier. De medische dienst had de directeur derhalve nooit kunnen en mogen zeggen dat er voor klager geen beperkingen golden ten aanzien van de arbeid.
Met betrekking tot onderdeel b: De aan de beroepscommissie overgelegde brief van gedetineerde [...] is ter zitting van de beklagcommissie voorgelezen, alwaar de directeur heeft verklaard dat zij op de hoogte is van de gesteldegedragingen van de werkmeester, alsmede dat zij deze betreurt. Nu klager de onheuse bejegening en gedragingen van de werkmeester meermalen met het afdelingshoofd heeft besproken, draagt de directeur verantwoordelijkheid in dezen.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts heeft zij opgemerkt dat bij een schriftelijk verslag als het onderhavige slechts van belang is het antwoord op de vraag of de gerapporteerdearbeids(on)geschikt is voor het opgedragen werk. De medische dienst moet dat kunnen geven. Nu de medische dienst 's middags niet meer bereikbaar was, is klager zo vriendelijk geweest de volgende dag een baaldag te nemen. Demedische dienst heeft zonder klager te zien, verklaard dat hij in staat was het opgedragen werk te verrichten. De directeur moet op zo'n oordeel kunnen afgaan en het is betreurenswaardig dat het gaat zoals het is gegaan. Dedirecteur weet niet meer of in haar contact met de medische dienst aan de orde is geweest dat klager gedurende een aantal maanden zonder problemen het andere hem opgedragen werk heeft verricht.
Met betrekking tot onderdeel b merkt de directeur op dat gedetineerde [...], van wie klager de verklaring heeft overgelegd, een redelijk betrouwbare gedetineerde is.

3. De beoordeling
Met betrekking tot onderdeel a: Aannemelijk is geworden dat de medische dienst aan de directeur naar aanleiding van het schriftelijk verslag d.d. 15 maart 2004 wegens werkweigering heeft verklaard dat klager in staat moest wordengeacht de hem opgedragen werkzaamheden te verrichten, welke verklaring voor de directeur aanleiding is geweest om klager de onderhavige straf op te leggen. In haar uitspraak d.d. 26 augustus 2004, nr 04/1066/GM heeft deberoepscommissie het beroep betreffende het advies namens de inrichtingarts d.d. 16 maart 2004 aan de directeur terzake van klagers arbeidsgeschiktheid gegrond verklaard, nu dit advies onzorgvuldig tot stand is gekomen. Gebleken isdat de medische dienst bekend was met klagers versleten rugwervel, op 7 november 2003 op die grond de afdeling arbeid heeft gemeld dat klager beperkingen had bij de arbeid (niet tillen) en geen nader onderzoek heeft verricht naaraanleiding van de door de directeur gevraagde informatie.
Het vorenstaande leidt ertoe dat de grondslag aan de onderhavige disciplinaire straf is komen te ontvallen. Het beroep zal in zoverre gegrond worden verklaard.
Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De directeur is in de gelegenheid gesteld zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming te bepalen. Deberoepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op € 15,=.
Met betrekking tot onderdeel b: Handelen, nalaten daaronder begrepen, van personeel in de inrichting in het kader van de uitoefening van zijn taak, behoudens puur feitelijk handelen, is in beginsel een beklagwaardige beslissing vanof namens de directeur. Niet gebleken is dat klager zijn klacht over de werkmeester heeft geconcretiseerd tot een hem betreffende beslissing. De beroepscommissie komt dan ook tot het oordeel dat de beklagcommissie met juistheid ophet beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot onderdeel a gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 15,=.
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot onderdeel b ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 9 september2004

secretaris voorzitter

Nummer: 04/997/GA

Betreft: [...], verder te noemen klager

Op 2 augustus 2004 zijn klager, bijgestaan door zijn raadvrouw, mr. D.G.M. van den Hoogen, en mevrouw [...], unitdirecteur van de gevangenis Alphen aan den Rijn gehoord in de penitentiaire inrichting Amsterdam, door mr. Chr.M.Aarts, lid van de Raad, bijgestaan door de secretaris mr. E. van der Waal-van der Linden.

Klager heeft - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Vanaf de intake op 7 november 2003 is de medische dienst op de hoogte van klagers rugklachten sedert 15 jaar, maar deze heeft nooit lichamelijk onderzoek daarnaar gedaan. Voordat klager het schriftelijke verslag d.d. 15 maart 2004terzake van werkweigering is aangezegd, heeft hij vrijwillig wel eens met de 'spoelautomaat' gewerkt, werk dat je met twee handen moet doen, zittend op een hoge stoel, waardoor je benen niet op de grond maar op een voetensteunrusten en je constant moet balanceren vanwege het 'krukeffect'. Door die ervaring wist hij dat hij dat werk wegens zijn rugproblemen niet kon doen. Toch verplichtte de werkmeester hem op 15 maart 2004 daartoe. Het werken aan devertinmachine had hij niet eerder gedaan. Toen klager aangaf dat het niet ging, is hij naar boven gestuurd. Het werk dat klager gewoon was te doen (licht sorteer- en inpakwerk, zittend aan een tafel met beide voeten op de grond)leverde hem geen problemen.
De directeur heeft eerst na raadpleging van de medische dienst beslist over de disciplinaire straf. Omdat klager een baaldag heeft opgenomen, heeft de directeur de straf beperkt tot twee dagen opsluiting in de eigen cel. Naommekomst van de straf is klager op 19 maart 2004 bij de medische dienst geweest, waarna de arts op 22 maart 2004 voor het eerst zijn rugklachten oppervlakkig heeft onderzocht en heeft geadviseerd hem op de arbeidszaal diversen teplaatsen met de mogelijkheid tot het doen van rugoefeningen. Sedertdien staat hij op de wachtlijst voor arbeid en is hem intussen geen arbeid aangeboden.
Met betrekking tot het klachtonderdeel betreffende de racistische bejegening door werkmeester [...] legt klager een schriftelijke verklaring van gedetineerde [...] d.d. 25 april 2004 over, waarin staat dat genoemde werkmeesteruitlatingen heeft gedaan als "die buitenlanders pak ik nog wel aan". Dat betrof ook een groep Marokkanen aan een bepaalde tafel. Dat heeft hij ook gedaan, waarop een van hen volledig uit zijn dak ging wegens de gevolgen ervan voorzijn verlof. Op 15 maart 2004 weigerde de blanke gedetineerde [...], zittend aan dezelfde tafel als klager, om aan de spoelautomaat te werken. Daaraan verbond de werkmeester geen gevolgen in tegenstelling tot in het geval vanklager, over wie hij twee weken tevoren tegen drie autochtone gedetineerden had gezegd klager als allochtoon te zullen aanpakken. In dat licht moet de werkopdracht dan ook worden gezien, te meer daar er 11 anderen waren die dat werkkonden doen. De meeste gedetineerden hebben een hekel aan dat werk, omdat je afgezonderd in een hoekje zit en de computer precies telt hoeveel je doet. Er zijn twee jongens die overwerken en die machine gewoonlijk bedienen. Dezewerkmeester laat bovendien Nederlandse hem welgevallige gedetineerden naar de gegevens van gedetineerden in de computer kijken, zodat anderen dan betrokkenen eerder weten wanneer iemand met ontslag gaat dan betrokkene zelf. Ook deaard van het delict is dan onderwerp van de belangstelling.
Namens klager is - zakelijk weergegeven –- nog het volgende aangevoerd
De medische dienst heeft klagers medisch dossier niet op orde. De e-mail van de medische dienst d.d. 7 november 2003 aan de afdeling arbeid dat klager om medische redenen niet mag tillen bij de arbeid en het verzoek daarmee rekeningte houden is niet opgenomen in het dossier. De medische dienst had de directeur derhalve nooit kunnen en mogen zeggen dat er voor klager geen beperkingen golden ten aanzien van de arbeid.
De aan de beroepscommissie overgelegde brief van gedetineerde S. is ter zitting van de beklagcommissie voorgelezen, alwaar de directeur heeft verklaard dat zij op de hoogte is van de gestelde gedragingen van de werkmeester, alsmededat zij deze betreurt. Nu klager de onheuse bejegening en gedragingen van de werkmeester meermalen met het afdelingshoofd heeft besproken, draagt de directeur verantwoordelijkheid in dezen.

De directeur heeft - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Bij een schriftelijk verslag als het onderhavige is slechts van belang het antwoord op de vraag of de gerapporteerde arbeids(on)geschikt voor het opgedragen werk. De medische dienst moet dat kunnen geven. Nu de medische dienst diemiddag niet meer bereikbaar was, is klager zo vriendelijk geweest de volgende dag een baaldag te nemen. De medische dienst heeft, klager ongezien, verklaard dat hij in staat was het opgedragen werk te verrichten. De directeur moetop zo'n oordeel kunnen afgaan en het is betreurenswaardig dat het gaat zoals het is gegaan. De directeur weet niet meer of in haar contact met de medische dienst aan de orde is geweest dat klager gedurende een aantal maanden zonderproblemen het andere hem opgedragen werk heeft verricht.
Gedetineerde [...], van wie klager de verklaring heeft overgelegd, is een redelijk betrouwbare gedetineerde.

secretaris lid van de Raad

Naar boven