Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1613/GA, 7 september 2004, beroep
Uitspraakdatum:07-09-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1613/GA

betreft: [klager] datum: 7 september 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 4 juli 2004 gedateerd en op 6 juli 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 28 juni 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Groningen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een racistische uitlating van een personeelslid jegens klager.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep niet inhoudelijk toegelicht. Klager wil zijn klacht handhaven.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagrechter. Voorts antwoordt de directeur dat hij geen aanleiding ziet aan de integriteit van de betreffende medewerker te twijfelen. Het lijkt op een moeilijk grijpbarewelles-nietessituatie.

3. De beoordeling
De uitlating van het betreffende personeelslid, indien al gedaan, levert geen beklagwaardige beslissing op als bedoeld in artikel 60, eerste lid, Pbw. De uitspraak van de beklagrechter kan daarom niet in stand blijven en klager moetalsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 7 september 2004

secretaris voorzitter

Naar boven