Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1366/GA, 2 september 2004, beroep
Uitspraakdatum:02-09-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1366/GA

betreft: [klager] datum: 2 september 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 16 juni 2004 gedateerd en op 21 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriftvan

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 1 juni 2004 van de beklagcommissie bij de locatie Arnhem-Zuid, welke op 11 juni 2004 is verzonden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de steeksproefsgewijze urinecontrole en het feit dat wanneer hieraan geen medewerking wordt verleend een sanctie wordt opgelegd;
b. een verkeerde maaltijdverstrekking.

De beklagcommissie heeft ten aanzien van onderdeel a klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager vindt dat zijn klacht serieus behandeld moet worden. Klager blijft bij zijn klacht.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in
beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie komt ten aanzien van onderdeel a tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.
Met betrekking tot de onderdelen b merkt de beroepscommissie op dat de beklagcommissie in haar uitspraak hier niet op is ingegaan. Om proceseconomische redenen zal de beroepscommissie dit onderdeel van het beklag zelf afdoen. Uithet verweerschrift van de directeur van 1 april 2004 voor de beklagcommissie blijkt het volgende. Vanwege de benodigde tijd voor het verwerken van het intakeformulier door de keuken, heeft klager pas na een week na binnenkomst demaaltijden verstrekt gekregen zoals hij deze via de menulijst heeft besteld. Ter overbrugging van de eerste week is aan klager koosjer eten verstrekt. De beroepscommissie vindt het vorenstaande niet in strijd met de op de directeurrustende zorgplicht. Het beklag zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep wat betreft onderdeel a ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Wat betreft onderdeel b wordt het beklag ongegrond verklaard.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 2 september 2004

secretaris voorzitter

Naar boven