Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0980/GA, 18 augustus 2004, beroep
Uitspraakdatum:18-08-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/980/GA

betreft: [klager] datum: 18 augustus 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 12 mei 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 22 april 2004 van de beklagcommissie bij de locatie De Grittenborgh te Hoogeveen, voorzover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 10,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de verlenging voor de duur van twee dagen van een eerder op 22 november 2004 aan klager opgelegdeordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel, welke ordemaatregel ten uitvoer werd gelegd in de landelijke afzonderingsafdeling (l.a.a.) van de penitentiaire inrichting De Schie te Rotterdam, op de gronden alsin de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat hij in die periode 23 uren per dag in de afzonderingscel heeft moeten verblijven zonder televisie en zonder deelname aan activiteiten. Hij mochtslechts een uur per dag luchten.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Klager is door het personeel van de l.a.a. De Schie in Rotterdam gehoord. Naar het oordeel van de directeur is daarmee aan de formele vereisten terzake het verlengen van deordemaatregel voldaan. De inhoudelijke redenen voor de oplegging van de ordemaatregel waren bij de (onderhavige) verlenging nog steeds van toepassing. Indien het beroep gegrond mocht worden verklaard, is de door de beklagcommissietoegekende tegemoetkoming passend.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Alsmaatstaf daarvoor kunnen dienen het eventueel gederfde loon en de gemiste faciliteiten. Genoemd ongemak bestond voor klager uit het gedurende twee dagen in een afzonderingscel moeten verblijven, waardoor hij geen deel kon nemen aanactiviteiten en geen televisie kon kijken.
De beklagcommissie heeft het beroep op formele gronden gegrond verklaard. Die gegrondverklaring is, nu de directeur daartegen geen beroep heeft ingesteld en klager daartegen geen beroep kan instellen, thans onherroepelijk. Deberoepscommissie komt tot het oordeel dat de toegekende tegemoetkoming als niet ongebruikelijk in dergelijke gevallen juist is. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 18 augustus 2004

secretaris voorzitter

Naar boven