Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1319/GA en 04/1320/GA, 16 augustus 2004, beroep
Uitspraakdatum:16-08-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Dagprogramma  v

Uitspraak

nummer: 04/1319/GA en 04/1320/GA

betreft: [klager] datum: 16 augustus 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 16 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraken d.d. 9 juni 2004 van de alleensprekende beklagrechter en van de beklagcommissie bij de locatie Ooyerhoek van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Achterhoek te Zutphen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft
a. het in de weken van 16 februari 2004 tot en met 14 maart 2004 anders dan het keuken- en reinigingspersoneel gedurende zeven uur en drie kwartier tot 14 uur en 50 minuten ingesloten zijn wegens het blokurensysteem (04/1319/GA);
b. het in de weken van 15 maart 2004 tot en met 11 april 2004 anders dan het keuken- en reinigingspersoneel gedurende vier uur tot 14 uur en 50 minuten ingesloten zijn wegens het blokurensysteem (04/1320/GA).

De beklagrechter en de beklagcommissie hebben klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
In het beroep 04/504/GA e.a. betreffende de invoering van het blokurensysteem is nog geen uitspraak gedaan. Sedert 16 februari 2004 worden voor een aantal in de gevangenisafdeling verblijvende gedetineerden bloktijden gehanteerd,waardoor voor hen het aantal uren van het dagprogramma wordt beperkt tot gemiddeld 62 uur per week, hoewel dat dagprogramma 78 uur per week omvat. Anders dan het keukenpersoneel en de (afdelings)reinigers kan klager geen aanspraakmaken op laatstgenoemd aantal uren. Deze bijzondere groep wordt niet bevoordeeld, maar klager wordt benadeeld. Dit is een schending van het discriminatieverbod. Het blokurensysteem is een gevolg van de voorbarige ingebruikneming vanmeermanscellen ondanks het ontbreken van de benodigde vergunningen daartoe. De gemeente heeft op last van een dwangsom de inrichting onlangs gesommeerd het aantal gedetineerden terug te brengen tot de op de gebruikersvergunninggenoemde aantallen. Het onrechtmatige gebruik van meermanscellen leidt tot overbodigheid van het blokurensysteem. De uitsluiting van een aantal gedetineerden van deelname aan het volledige dagprogramma verhoudt zich niet met hetvermeend algemene karakter van de regeling. Door het begrip algemene regeling ruim te interpreteren kan de directeur beklag onmogelijk maken door ten behoeve van één gedetineerde een algemene regeling op te stellen, de overige 191gedetineerden daarvan uitsluitend. De stelling van de directeur dat het niet onderwerpen aan het blokurensysteem van genoemde groepen hen motiveert om in de keuken te werken treft geen doel, daar de loonregeling daarin voorziet.Niet werken in de keuken of reiniging kan geen reden zijn tot langduriger insluiting.
Klager verwijst naar zijn beroep 04/951/GA en verzoekt de onderhavige beroepen tegelijk daarmee te behandelen wegens de gelijke strekking.

De directeur heeft in beroep volhard in zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunten.

3. De beoordeling
De beklagen richten zich tegen de regeling dat keuken- en reinigingspersoneel gedurende blokuren niet op cel wordt ingesloten. Klager verklaart met nadruk dat hij zich niet beklaagt over het aantal hem geboden uren.
De beroepscommissie heeft bij uitspraak 04/951/GA d.d. 16 juli 2004 het beroep van gelijke aard, doch betrekking hebbend op de periode van 19 januari 2004 tot en met 15 februari 2004, ongegrond verklaard. Klager heeft in deonderhavige beroepen, die betrekking hebben op tweemaal vier weken aansluitend aan laatstgenoemde periode geen nieuwe feiten of omstandigheden gesteld. Dat leidt ertoe dat ook de onderhavige beroepen onder verwijzing naar de eerdereredengeving ongegrond zullen worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagrechter, respectievelijk beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 16 augustus2004

secretaris voorzitter

Naar boven