Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1315/GB, 4 augustus 2004, beroep
Uitspraakdatum:04-08-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/1315/GB

Betreft: [klager] datum: 4 augustus 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 15 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift d.d. 12 juni 2004 van S.Hodzic-Strujic, daartoe gemachtigd door,

[...], geboren op [1969], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 juni 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke op 7 juni 2004 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) te Rotterdam, Den Haag, Zoetermeer of Krimpen aan den IJssel afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 1 oktober 2003 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in de h.v.b.-unit van de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht. Op 19 mei 2004 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Nieuw Vosseveld te Vught.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek als volgt toegelicht. Klager heeft een klein incident gehad met een medegedetineerde. De medegedetineerde wilde dat klager zo snel mogelijk zijn telefoongesprekbeëindigde en dreigde hem met een pen te steken. Klager heeft toen een woordenwisseling gehad en twee biljartballen gepakt, maar die niet gebruikt. Klager is in de afzonderingscel geplaatst en overgeplaatst naar Vught. Klager enzijn vrouw hebben drie jonge kinderen, van wie één nog een baby is. Klagers vrouw is emotioneel gebroken. Een bijgevoegde verwijsbrief van de huisarts bevestigt dit. Klager is eveneens emotioneel gebroken. Hij is fobisch voor watbetreft het opgesloten zijn in een kleine ruimte.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Een eerder verzoek van klager om plaatsing in de regio Rotterdam is toegewezen. Recent is besloten om klager vanuit Dordrecht over te plaatsen naar Vught als gevolg van zijn eigen gedrag. Voorts is er geen reden om klager verder vanhet parket van insluiting te plaatsen. Nu het beroep niet conform artikel 72 Pbw door klager noch door diens raadsman is ingediend, wordt geadviseerd om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.

4. De beoordeling
4.1. Met betrekking tot de ontvankelijkheid overweegt de beroepscommissie dat klager bij brief, ontvangen op het secretariaat op 6 juli 2004, desgevraagd heeft verklaard zijn echtgenote te hebben gemachtigd om beroep in testellen.

4.2. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.3. Een eerder verzoek van klager tot overplaatsing naar een h.v.b. in de omgeving van Rotterdam is door de selectiefunctionaris toegewezen. In verband met zijn gedrag, zoals beschreven in de inrichtingsrapportage, en eenincident met een medegedetineerde is klager op 19 mei 2004 overgeplaatst naar het h.v.b. Nieuw Vosseveld. De beroepscommissie is van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionarisom klager niet terstond opnieuw en op grotere afstand van het parket van insluiting over te plaatsen niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kanworden aangemerkt. Hetgeen namens klager is aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 4 augustus 2004

secretaris voorzitter

Naar boven