Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1089/GA, 9 augustus 2004, beroep
Uitspraakdatum:09-08-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1089/GA

betreft: [klager] datum: 9 augustus 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 27 mei 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

gericht tegen een uitspraak d.d. 17 mei 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 juli 2004, gehouden in de p.i. Vught, is de heer [...], unit-directeur bij voornoemde p.i. gehoord.
Klager heeft schriftelijk laten weten af te zien van zijn recht om ter zitting te worden gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een verbod om een radio/Cd-speler met een uitgangsvermogen van meer dan 16 Watt op cel te mogen hebben.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Primair is de directeur van mening dat de klachten gericht zijn tegen een voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden. Om die reden zou klager niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Deze algemene regel is door deinrichting vastgesteld teneinde het geluid c.q. de geluidsoverlast beheersbaar te houden. Bij binnenkomst in de inrichting wordt de gedetineerde gewezen op de mogelijkheid om kennis te nemen van de huis- en overigeinrichtingsregels. De huisregels liggen op de verblijfsafdeling en de overige regels zijn in te zien in de inrichtingsbibliotheek. De betreffende dienstorder geldt als bijlage bij de huisregels. Tussen de inrichtingen kunnenverschillen bestaan met betrekking tot voorwerpen die wel of niet toegelaten zijn. De Pbw en de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen laten die mogelijkheid open.
Inhoudelijk heeft de directeur nog gesteld dat er navraag is gedaan bij de technische dienst van de inrichting omtrent welk uitgangsvermogen nog acceptabel zou zijn. Door deze dienst is aangeven dat er bij een uitgangsvermogen van16 Watt nog sprake is van voldoende klankkleur en duidelijkheid van het geproduceerde geluid. Er zijn inderdaad ook andere middelen om geluidsoverlast te reguleren. Indien er sprake is van geluidsoverlast worden die ook toegepast.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Blijkens de dienstorder met kenmerk 024.7 d.d. 1 december 2003, waarin (onder meer) is bepaald dat gedetineerden geluidsapparatuur mogen invoeren met een maximaal geluidsvermogen van 16 Watt, is die dienstorder gericht tot alle inde extra beveiligde inrichting Nieuw Vosseveld, de landelijke afzonderingsafdeling Nieuw Vosseveld en de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten Nieuw Vosseveld verblijvende gedetineerden. Die dienstorder is voor alle in dehiervoor genoemde inrichtingen verblijvende gedetineerden kenbaar gemaakt en de beroepscommissie verstaat dat deze dienstorder moet worden gezien als bijlage bij de huisregels van die inrichtingen. Dit maakt dat er in dit gevalsprake van een voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende regel, waartegen geen beklag mogelijk is.
Dat zou slechts anders zijn indien die regel strijdig is met een hogere regeling. Daarvan is hier geen sprake. Dat maakt dat klager niet had mogen worden ontvangen in zijn beklag.
De omstandigheid dat in andere inrichtingen andere (en mogelijk ruimere) regels gelden maakt dit, nu de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen daarin voorziet in artikel 4.5.1.2, niet anders.
Hetgeen hiervoor is overwogen, maakt dat de uitspraak van de beklagrechter niet in stand kan blijven en dat klager alsnog niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn beklag

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. H.B. Greven en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 9 augustus 2004

secretaris voorzitter

Naar boven