Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1253/GA, 9 augustus 2004, beroep
Uitspraakdatum:09-08-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1253/GA

betreft: [klager] datum: 9 augustus 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 11 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 9 juni 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 juli 2004, gehouden in de p.i. Vught, is de heer [...], unit-directeur bij voormelde p.i. gehoord. Klager heeft schriftelijk laten weten af te zien van zijn recht om ter zitting te wordengehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in de eigen cel, waarvan twee dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie maanden, wegens het zich minachtend opstellen jegens het personeel.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep verwezen naar zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft op de betreffende dag een discussie gevoerd met een penitentiair inrichtingswerkster (p.i.w.-ster). Daarbij heeft hij die p.i.w.-ster ten overstaan van een aantal medegedetineerden in verlegenheid gebracht. Het is in deinrichting regel dat tijdens (onder meer) bibliotheekbezoek een lange broek wordt gedragen. Die regel is bekend gemaakt en ligt ter inzage in de inrichtingsbibliotheek. Klager was bekend met die regel, zulks is hem bij binnenkomstin de inrichting verteld. Klager heeft misbruik van de situatie gemaakt door in het bijzijn van meerdere gedetineerden met de p.i.w.-ster in discussie te gaan op een manier die niet toelaatbaar is. Door zich zo te gedragen isklager, zo ziet de directeur klagers gedrag, begonnen het gezag van het personeel te ondermijnen. De directeur, die het betreffende verslag niet zelf heeft afgedaan, heeft nog aangegeven dat hij aan klager een zwaardere, geheelonvoorwaardelijke disciplinaire straf zou hebben opgelegd.

3. De beoordeling
Blijkens het terzake opgemaakte verslag met nummer 162 d.d. 15 april 2004 heeft klager tegenover een p.i.w.-ster, in het bijzijn van een aantal medegedetineerden, zijn twijfels geuit over het bestaan van de regel dat gedetineerdenbij (onder meer) bibliotheekbezoek gekleed dienen te gaan in een lange broek. Hij heeft daarbij aangegeven te vermoeden dat die betreffende p.i.w.-ster die regel zelf had verzonnen. De beroepscommissie heeft geen reden om aan deinhoud van dat verslag te twijfelen. De directeur heeft derhalve mogen concluderen, dat klagers gedrag in ieder geval een begin van gezagsondermijning inhield, waardoor de orde en rust in de inrichting in gevaar werd gebracht.Hetgeen door klager in beklag daaromtrent naar voren is gebracht maakt dat oordeel niet anders.
Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de bestreden beslissing van de directeur niet is genomen in strijd met een in de inrichting geldend wettelijk voorschrift, terwijl die beslissing – bij afweging van alle in aanmerking komendebelangen – ook niet onredelijk of onbillijk moet worden geacht.
De beslissing van de beklagrechter moet daarom, met wijziging van de gronden, worden bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met wijziging van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. H.B. Greven en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 9 augustus 2004

secretaris voorzitter

Naar boven