Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1178/TA, 13 augustus 2004, beroep
Uitspraakdatum:13-08-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1178/TA

betreft: [klager] datum: 13 augustus 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 3 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een niet gedateerde, op 21 mei 2004 verzonden uitspraak van de alleensprekende beklagrechter bij TBS-Kliniek Flevo Future, locatie Amsterdam, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. R. Polderman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering klager een schriftelijke mededeling te geven van de beslissing hem over te plaatsen van afdeling 4 naar afdeling 5 van de inrichting.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De overplaatsing van klager van afdeling 4 naar afdeling 5 had moeten worden neergelegd in een voor beklag vatbare, schriftelijke beslissing, die op grond van artikel 7 Bvt door het hoofd van de inrichting genomen moet zijn. Debeklagcommissie gaat volledig voorbij aan de wettelijke bepaling dat een beslissing schriftelijk aan de patiënt dient te worden gegeven. Het regime van afdeling 5 is te vergelijken met het regime voor Bijzonder GevaarlijkeGedetineerden en het A+regime, nu men op afdeling 5 plastic bestek krijgt en geen vrijheden heeft. Alles staat onder curatele, van boter tot koffie. Bewoners van afdeling 5 mogen niet bij elkaar op de kamer komen. Het is bewonersvan de inrichting ten strengste verboden zich te bevinden op afdeling 5, ook bezoek is verboden. Klager is van mening dat afdeling 5 een afdeling voor intensieve zorg is. Volgens de huisregels is de inrichting daarvoor nietgeschikt. Er is onvoldoende personeel voor een individuele zorgafdeling.
Klager wenst zijn beroep in het bijzijn van zijn raadsman toe te lichten op een hoorzitting van de beroepscommissie.

Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager heeft verzocht om een mondelinge behandeling van zijn beroep. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu zij zich op basis van de stukken voldoende ingelicht acht om het beroep schriftelijk te behandelen.

Krachtens artikel 31, derde lid, Bvt geschiedt plaatsing op of overplaatsing naar een afdeling binnen de inrichting door het hoofd van de inrichting met in achtneming van de in dat lid genoemde belangen. Blijkens de Memorie vantoelichting (zie Tweede kamer, 1993-1994, 23 445, nr. 3, p. 40) met betrekking tot (over)plaatsing binnen de inrichting is in artikel 56, eerste lid, Bvt slechts beklag opengesteld tegen plaatsing op een afdeling voor intensievezorg als bedoeld in artikel 32 Bvt, daar beklag tegen iedere andere (over)plaatsing de verpleging en behandeling te zeer zou verlammen.

Namens het hoofd van de inrichting is tegenover de beklagcommissie verklaard dat de bewuste afdeling 5 niet een afdeling voor intensieve zorg is, dat de afdelingen 4 en 5 eenzelfde regime hebben, maar dat afdeling 4 meergroepsgericht is en afdeling 5 meer individueel gericht.
De beklagcommissie heeft overwogen dat afdeling 5 niet als een afdeling voor intensieve zorg als bedoeld in artikel 32 Bvt is aan te merken.

Het is de beroepscommissie ambtshalve bekend dat tot op heden alleen de tbs-inrichtingen FPC Veldzicht te Balkbrug en de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen beschikken over een door de Minister van Justitie aangewezen afdelingvoor intensieve zorg als bedoeld in artikel 32 Bvt.

De beslissing klager over te plaatsen van afdeling 4 naar afdeling 5 van de inrichting kan in het licht van het vorenstaande niet worden aangemerkt als een beslissing waartegen op grond van artikel 56 Bvt beklag openstaat en evenminals een beslissing die krachtens het bepaalde in artikel 54 Bvt schriftelijk dient te worden meegedeeld.

De beroepscommissie komt op grond van het bovenstaande tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 13 augustus 2004

secretaris voorzitter

Naar boven