Nummer: 04/1298/GB
Betreft: [klager] datum: 23 juli 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 15 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1985], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 4 juni 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de afdeling voor psychologisch onvolwassenen (jovo-huis van bewaring (h.v.b.)) Zwaag te Hoorn ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 13 april 2004 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Arnhem-Zuid. Vanuit dit h.v.b. is hij geherselecteerd voor het jovo-h.v.b. Zwaag. Deze overplaatsing was ten tijde van het instellen vanhet beroep nog niet gerealiseerd.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht.
Er is weer niet naar klagers privésituatie van voor zijn detentie gekeken. Hij had een prima dagritme. Klager is psychologisch volwassen en voelt er niks voor om tussen jongeren in een jovo-inrichting te verblijven. Zijn selectievoor een jovo-inrichting te Zwaag kost klagers ouders en vriendin meer moeite om op bezoek te komen. De opmerking van de selectiefunctionaris dat klager ook scoort op het onderdeel first offender is niet overtuigend genoeg. Klagerzit goed in het h.v.b. Arnhem-Zuid en ziet geen enkele meerwaarde in zijn selectie voor een jovo-inrichting.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Uit de verzamelstaat van de eerste indicatiestelling blijkt dat klager scoort op het onderdeel first offender. Hij is 19 jaar en is ingesloten voor een geweldsdelict. Op basis van deze gegevens is klager in het jovo-circuitgeplaatst. Omdat klager wordt vervolgd door het parket te Amsterdam, is hij geselecteerd voor het jovo-h.v.b. Zwaag. De opzet van het jovo-circuit was onder meer de criminele besmetting bij first offenders te beperken. Degestructureerde omgeving van klager heeft niet kunnen voorkomen dat hij is ingesloten voor een behoorlijk geweldsdelict.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouderzijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie, DienstJustitiële Inrichtingen, augustus 2001, kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbijkomt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichtingvoor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.
4.3. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16, aanhef en onder b, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die ineen jovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts komt uit klagers indicatiestelling naar voren dat hij first offender is en is ingesloten op verdenking van het plegen van een geweldsdelict. Dit maakt dat hij eveneens voldoet aanhet tweede criterium van artikel 16 van de Regeling. Gelet op het vorenstaande is de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd met de wet en kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en nu debezwaren van klager tegen plaatsing in een jovo-inrichting onvoldoende zwaarwegend moeten worden geacht, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager over de bezoekmogelijkheden naar voren heeft gebracht isonvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 23 juli 2004
secretaris voorzitter