Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0657/GA, 22 juli 2004, beroep
Uitspraakdatum:22-07-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/657/GA

betreft: [klager] datum: 22 juli 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 1 april 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) Tilburg,

gericht tegen een uitspraak d.d. 22 maart 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij voormeld h.v.b., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 juni 2004, gehouden in de p.i. Vught, is namens de directeur de heer [...], managementtrainee bij voormeld h.v.b., gehoord.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de afwijzing van een verzoek om incidenteel verlof.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager mocht, toen hij in de inrichting kwam, een verzoek om incidenteel verlof indienen. Hij diende ongeveer drie maanden in het h.v.b. te verblijven. Toen klager zijn verzoek had ingediend, is het zo snel mogelijk behandeld in hetgedetineerdenberaad. Het gedetineerdenberaad was van mening dat er onvoldoende zwaarwegende argumenten waren om het verzoek te honoreren. Voorts werd niet aannemelijk geacht dat klager binnen korte tijd zijn financiën zou kunnenregelen. Op zich staat in de afwijzende beslissing niet de exacte wettelijke grond vermeld. Bedoeld was om te zeggen dat er onvoldoende vertrouwen dat was klager zijn afspraken zou nakomen. Eerder, tijdens een verblijf in delocatie Maashegge, is klager afspraken niet nagekomen. Klager is uiteindelijk van Tilburg overgeplaatst naar de p.i. Vught. Daar is hem op zijn verzoek algemeen verlof verleend.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op 4 februari 2004 heeft verzoeker tijdens een intakegesprek een verzoek gedaan om incidenteel verlof op vrijdag 6 februari 2004. Hoewel klager eerst korte tijd in de inrichting verbleef, is zijn verzoek met voorrang op 5 februari2004 behandeld in het detentieberaad. Naar aanleiding van het advies van dat detentieberaad is, omdat de argumenten die ten grondslag lagen aan het verzoek werden gezien als te ambitieus en te omvangrijk, het verzoek afgewezen. Inde afwijzende beslissing van de directeur staat als grond vermeld dat er gezien de beschikbare informatie onvoldoende vertrouwen was in een goed verloop van het verlof, waarmee kennelijk gedoeld wordt op "gebleken onbetrouwbaarheidmet betrekking tot het nakomen van afspraken", zoals genoemd in artikel 4, aanhef en onder d, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, d.d. 24 december 1998, nr. 773726/98/DJI, nu klager eerder afspraken in het kadervan het tijdelijk verlaten van de inrichting niet is nagekomen. Gelet daarop kan niet worden gezegd dat de bestreden beslissing is genomen in strijd met een in de inrichting geldend wettelijk voorschrift.
Niet gezegd kan worden dat de beslissing van de directeur onvoldoende zorgvuldig is voorbereid. Immers, de directeur heeft zeer kort na aankomst van klager in de inrichting zijn verzoek in behandeling genomen, onderzoek gedaan en opgrond van de bij dat onderzoek gebleken feiten en omstandigheden een beslissing genomen. Dit maakt dat de beslissing van de beklagrechter niet in stand kan blijven en dat het beklag alsnog ongegrond moet worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. J. Lamens, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 22 juli 2004

secretaris voorzitter

Naar boven