Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0900/GB, 6 juli 2004, beroep
Uitspraakdatum:06-07-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/900/GB

Betreft: [klager] datum: 6 juli 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 6 mei 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift gedateerd 3 mei 2004 van

[...], geboren op [1951], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 april 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, waarvan niet bekend is op welke datum deze aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 21 mei 2002 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Noordsingel te Rotterdam. Op 31 juli 2003 is hij geplaatst in de h.v.b.-unit van de locatie Dordtse poorten en inmiddels is klagergeplaatst in de gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 23 april 2003. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 18 september 2005.Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van één dag en zeven dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is heel erg veranderd de afgelopen twee jaar dat hij gedetineerd is. Zijn verlofadres is bij de pastoor in [...] in Zeeland en zijn kinderen wonen in [...]. Klager weet niet precies waar in [...]. Zij willen klager niet zien.Klager is op de goede weg terug en zal hen niet misbruiken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager prefereert plaatsing in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Maashegge. Hij is veroordeeld voor het plegen van zedendelicten: langdurig seksueel misbruik van zijn minderjarige kinderen. Tevens heeft klager in het beginvan zijn huwelijk twee dochters van zijn ex-partner misbruikt. Het openbaar ministerie acht het gevaar van recidive te groot om klager op verlof te laten gaan. Er is weinig zicht op klagers huidige buitensituatie zodat geen goedeinschatting kan worden gemaakt van de risico’s tijdens een verlofsituatie. Inmiddels zou klager eventueel met een persoonsgebonden verlof in een beperkt beveiligde inrichting geplaatst kunnen worden. Dit voorstel is echter nog nietdoor de directie van de inrichting uitgebracht.

3.3. De selectiefunctionaris heeft d.d. 25 juni 2004 telefonisch verklaard dat met b.b.i. met persoonsgebonden verlof bedoeld wordt een b.b.i. waar geen mogelijkheid tot regimair verlof wordt geboden.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager is veroordeeld met betrekking tot verkrachting en feitelijke aanranding van de eerbaarheid gepleegd ten aanzien van zijn kinderen en stiefkinderen.
Klager prefereert plaatsing in een b.b.i. met regimaire verlofmogelijkheden. Gelet op de aard en ernst van de door klager gepleegde delicten en het gevaar voor recidive, dat blijkens het openbaar ministerie te groot is om klagerverlof toe te staan, is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria,niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Overigens zou klager volgens de mededeling van de selectiefunctionaris inmiddels inaanmerking komen voor plaatsing in een b.b.i. zonder verlofmogelijkheden; klager zou hiertoe een verzoek kunnen indienen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 6 juli 2004

secretaris voorzitter

Naar boven