Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0859/GA, 30 juni 2004, beroep
Uitspraakdatum:30-06-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/859/GA

betreft: [klager] datum: 30 juni 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 42, tweede lid, van de Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers heeft kennis genomen van een op 6 mei 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een uitspraak d.d. 20 april 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij het detentiecentrum Zeist,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 juni 2004, gehouden in de locatie Alphen aan den Rijn zijn door de voorzitter van de beroepscommissie gehoord klaagster, bijgestaan door haar raadsman mr. H.J. Bettink, advocaat te Haarlem,en de heer [...], unit-directeur bij voormeld detentiecentrum.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. de bejegening van klaagster door het inrichtingspersoneel;
b. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel voor de duur van tien dagen, wegens betrokkenheid bij een conflict waarbij fysiek geweld is gebruikt.

De beklagrechter heeft klaagster ten aanzien van onderdeel a van het beklag niet-ontvankelijk verklaard en onderdeel b van het beklag ongegrond verklaard, een en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klaagster en de directeur
Door en namens klaagster is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het beroep is met name gericht tegen de aan klaagster opgelegde ordemaatregel van afzondering. Klaagster verbleef met vier medegedetineerden in een meerpersoonscel. Op 9 februari 2004 ontstond er een conflict tussen eenmedegedetineerde en klaagster. Daarbij is door die medegedetineerde geweld gebruikt jegens klaagster, tengevolge waarvan zij letsel heeft opgelopen. Klaagster kan haar hand niet meer samenballen. Zij krijgt momenteel medicijnen voorde pijn en hoopt dat zij na een operatie haar hand weer volledig zal kunnen gebruiken. Indien klaagster in een éénpersoonscel geplaatst zou zijn, zoals zij graag gewild had, had zij zich bij een conflict terug kunnen trekken in haarcel. Dat was nu niet mogelijk. Het conflict ontstond omdat klaagster enkele ‘pufjes’ liet. Een medegedetineerde maakte vervolgens vernederende en beledigende opmerkingen in de richting van klaagster. Klaagster heeft daarop hetpersoneel opgeroepen. Die hebben door het luikje van de celdeur gekeken en gezegd dat zij niets konden en mochten doen. Vervolgens kwam die medegedetineerde op klaagster af en zij probeerde klaagster met een stoel te slaan.Klaagster is toen uit angst onder de tafel gaan zitten. Die medegedetineerde heeft het koffiezetapparaat tegen klaagsters hand gegooid, waardoor de verwonding aan haar hand is ontstaan. Klaagster had nog meer verwondingen.Uiteindelijk is het personeel de cel binnengekomen en zij hebben toen een verpleegkundige geroepen om klaagsters verwondingen te behandelen. De personeelsleden zijn pas veertig minuten na de melding van het conflict de cel binnengekomen. De wijze waarop het personeel tijdens dit voorval is opgetreden speelt een rol in de klacht. Het gaat te ver om het laten van een wind als de volledige aanleiding van het voorval aan te merken. De escalatie naar feitelijkegewelddadigheden is veroorzaakt door de medegedetineerde.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klaagsters rol in het conflict wordt hier te gering voorgespiegeld. Bij de afhandeling van het terzake opgemaakte verslag heeft zij tegenover de directeur verklaard winden te hebben gelaten in het gezicht van die medegedetineerde.Deze heeft daar fel op gereageerd. Klaagster heeft aanleiding gegeven voor het conflict. Dit is door de zich in klaagsters cel verblijvende medegedetineerden bevestigd. Het conflict deed zich voor na 17.00 uur. Dan is er eenverminderde bezetting op de afdeling. Een dienstdoend personeelslid heeft gereageerd om de melding van klaagster en getracht enige rust te creëren. Zijn inschatting was op dat moment niet dat er vechtpartij zou kunnen ontstaan.Vervolgens heeft het personeelslid het hoofd van de afdeling beveiliging opgeroepen. Het is mogelijk dat er tussen de melding en het feitelijke binnentreden in de cel veertig minuten hebben gezeten. Toen klaagster de eerste meldingdeed, vroeg zij om van de cel gehaald te worden. Dat was op dat moment niet meteen mogelijk. Er moest gewacht worden tot er voldoende personeel aanwezig was. Vervolgens is aan klaagster, omdat zij de aanleiding van een en ander isgeweest, een ordemaatregel van plaatsing in afzondering opgelegd. Feitelijk heeft zij vervolgens zeven dagen in afzondering verbleven.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 43, eerste lid, van de Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers kan een gedetineerde beklag doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing die een beperking inhoudt van eenrecht, dat hem op grond van deze wet dan wel enig ander wettelijk voorschrift of een ieder verbindende bepaling van een in Nederland geldend verdrag toekomt. Voor zover het beklag gericht is op de wijze van bejegening van klaagsterdoor het inrichtingspersoneel (onderdeel a) heeft de beklagrechter, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, met juistheid beslist dat hier geen sprake is van een beslissing als bedoeld in artikel 34, eerste lid, van de Tijdelijkewet noodcapaciteit drugskoeriers en klaagster in zoverre op goede gronden niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard en de beslissing van de beklagrechter zal op dat onderdeel wordenbevestigd.

Tussen partijen staat vast dat er op 9 februari 2004 een conflict is ontstaan tussen klaagster en een medegedetineerde, waarbij fysiek geweld is gebruikt. Ook staat vast dat klaagster niet de feitelijk agressor is geweest in datconflict.
Voor het ontstaan van dat conflict heeft klaagster mogelijk aanleiding gegeven door haar gedrag naar die medegedetineerde. Nu evenwel vast staat dat klaagster niet de agressor is geweest in het conflict, zij direct van het conflictmelding heeft gemaakt en het personeel heeft verzocht om in te grijpen en dat personeel vervolgens een eigen – naar achteraf is gebleken foutieve – inschatting heeft gemaakt met betrekking tot de mogelijkheid van escalatie, gaat hetnaar het oordeel van de beroepscommissie te ver om klaagster (mede)aansprakelijk te achten voor die escalatie en het daarbij gebruikte geweld. De beroepscommissie vermag niet in te zien wat klaagster, nadat het conflict zichaandiende, meer had kunnen doen om die escalatie te voorkomen dan zij heeft gedaan.
Hetgeen hiervoor is overwogen, maakt dat de beslissing van de beklagrechter in zoverre niet in stand kan blijven en dat onderdeel b van het beklag alsnog gegrond moet worden verklaard.

Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klaagster een tegemoetkoming toe. De directeur is in de gelegenheid gesteld zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming te bepalen. Deberoepscommissie zal de tegemoetkoming, nu klaagster feitelijk zeven dagen in afzondering heeft verbleven, vaststellen op € 70,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel a van het beklag ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter. Zij verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel b van het beklag gegrond,vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart dat onderdeel van het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klaagster een tegemoetkoming toekomt van € 70,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 30 juni 2004

secretaris voorzitter

Naar boven