Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0917/GB, 23 juni 2004, beroep
Uitspraakdatum:23-06-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/917/GB

Betreft: [klager] datum: 23 juni 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 6 mei 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1982], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 april 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, waarvan niet bekend is op welke datum deze aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen (hierna jovo-gevangenis) De Schie te Rotterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 20 februari 2004 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Nieuwegein. Op 6 mei 2004 is hij geplaatst in de jovo-gevangenis De Schie, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van zes maanden met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 18 maart 2004 en eindigt op 18 augustus 2004.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Een familielid van klager uit Suriname komt naar Almere om daar langere tijd te verblijven. Deze vrouw is erg belangrijk voor klager en kan hem tot steun zijn tijdens zijn detentie. Om die reden zou klager liever in Almereverblijven.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Aanvankelijk was klager geselecteerd voor de jovo-afdeling van het huis van bewaring te Almere. Inmiddels is hij veroordeeld en dient hij, gelet op zijn jovo-indicatie, geplaatst te worden in een jovo-gevangenis. De jovo-gevangenisDe Schie bevindt zich op een locatie, die redelijk te bereizen is vanuit zijn woonplaats Amsterdam. Plaatsing in Almere is niet mogelijk, omdat hij afgestraft is en Almere geen jovo-gevangenisbestemming heeft.

4. De beoordeling
4.1. De jovo-gevangenis De Schie is aangewezen als een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau
alsmede als inrichting voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 16 Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna de Regeling).

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat het beroep van klager niet is gericht tegen zijn jovo-indicatie, maar dat hij het niet eens is met de keuze van het h.v.b. waar hij dient te verblijven. Blijkens de indicatiestelling heeftklager tekortkomingen ten aanzien van opleiding/cursus en kwetsbaarheid en klager is first offender.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle inaanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Daarbij is in aanmerking genomen dat klager inmiddels afgestraft is en in een gevangenis geplaatst dient te worden. Klager heeft voorkeuruitgesproken voor Almere, maar deze locatie heeft geen bestemmingsaanwijzing als jovo-gevangenis. Hetgeen door klager is aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden maakt dit oordeel niet anders. Het beroep zal daarom ongegrond wordenverklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 juni 2004

secretaris voorzitter

Naar boven