Nummer: 04/877/GB
Betreft: [klager] datum: 18 juni 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 29 april 2004, door tussenkomst van het bureau selectiefunctionarissen, bij het secretariaat van deRaad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1983], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 19 april 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring voor psychologisch onvolwassenen (jovo-h.v.b.) te Nieuwegein ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 4 februari 2004 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. de Havenstraat te Amsterdam. Vanuit dit h.v.b. is hij geherselecteerd voor het jovo-h.v.b. te Nieuwegein. Deze overplaatsing was tentijde van het instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is op basis van een toelatingstest geselecteerd voor het Programma IT Scholing (PITS). Sinds kort volgt hij dit programma op zijn huidige afdeling.
Daarnaast is het voor klagers familie gemakkelijker om klager in Amsterdam te bezoeken dan in Nieuwegein.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Naar aanleiding van een opgemaakte jovo-indicatiestelling scoorde klager op het item C (first offender). Op grond hiervan dient hij geplaatst te wordenin een jovo-regime. In de preventieve fase van klagers detentie zal hij regelmatig naar de rechtbank moeten worden vervoerd en, gelet op de bereikbaarheid van de rechtbank Utrecht, is klager geselecteerd voor het h.v.b. teNieuwegein omdat dit in het arrondissement Utrecht gelegen h.v.b. een jovo-regime kent.
Een jovo-indicatie wil niet zeggen dat er sprake is van een slechte situatie met het thuisfront.
Klager voert in beroep aan dat hij sinds kort deelneemt aan de PITS-module. Opgemerkt wordt dat jovo-kandidaten niet in aanmerking komen voor deze module. Overigens kan klager deze opleiding in het jovo-h.v.b. te Nieuwegein voortzetten.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst dieouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen (Ministerie van Justitie, DienstJustitiële Inrichtingen, augustus 2001) kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbijkomt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichtingvoor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.
4.3. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in eenjovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagers indicatiestelling gebleken dat hij first-offender is en dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweede criterium van artikel 16 van de Regeling.
4.4. Tegen de achtergrond van het onder 4.2 overwogene komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen,evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Ten aanzien van de selectie voor de PITS-module merkt de beroepscommissie op dat dit geen reden kan vormen niet tot overplaatsing over te gaan, aangezien het klager, gelet op de voorwaarden voor deelname aan deze module, bekend hadmoeten zijn dat hij als jovo-kandidaat, waartoe hij reeds op 16 maart 2004 was geselecteerd, hiervoor niet in aanmerking kon komen. Overigens heeft de selectiefunctionaris aangegeven dat klager deze of een vergelijkbare module inNieuwegein kan volgen.
Hetgeen klager, zonder nadere onderbouwing, heeft aangevoerd omtrent familiebezoek maakt dit oordeel niet anders.
Het beroep zal mitsdien ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 18 juni 2004
secretaris voorzitter