Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0459/GA, 17 juni 2004, beroep
Uitspraakdatum:17-06-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/459/GA
betreft: [klager] datum: 17 juni 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 9 maart 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 3 maart 2004 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Noord, locatie De Grittenborgh te Hoogeveen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft
- de plaatsing in de isoleercel op 21 januari 2004 om 19.00 uur zonder opgave van reden en onmenselijke manier behandeling en
- de op 21 januari 2004 uitgevoerde celinspectie.

De beklagcommissie heeft het beklag met betrekking tot de duur van de plaatsing in de isoleercel gegrond verklaard en bepaald dat klager een compensatie van € 10,- toekomt.
Met betrekking tot de uitgevoerde celinspectie is het beklag ongegrond verklaard. Een en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
De arrogante houding van het afdelingshoofd is de druppel die de emmer doet overlopen. Voor het feit dat hij onterecht in de isoleercel is geplaatst eist klager een persoonlijk mondeling excuus van het afdelingshoofd. Tengevolge vandeze plaatsing verscheen klager onvoorbereid bij de rechtbank. Klager eist ofwel een mondeling excuus van het afdelingshoofd ofwel een compensatie van € 100,-.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De plaatsing van klager in een isoleercel is geschied op last van de directie en was noodzakelijk om een celinspectie mogelijk te maken. Dat deze plaatsing te lang heeft geduurd is door de beklagcommissie bevestigd en de opgelegdecompensatie ad € 10,- is aan klager uitgekeerd. Van aanvullende excuses door het afdelingshoofd kan geen sprake zijn omdat deze daarin geen rol heeft gespeeld.

3. De beoordeling
Uit het beroepschrift van klager volgt dat hij van mening is dat hij ten onrechte in een isoleercel is geplaatst. Nu klager bij gelegenheid van de zitting van de beklagcommissie op 3 maart 2004 nadrukkelijk heeft aangegeven geenproblemen te hebben met het feit dat hij in de isoleercel is geplaatst vanwege een celinspectie in verband met drugs, gaat de beroepscommissie ervan uit dat het beklag is beperkt tot de duur van de plaatsing in de isoleercel.
De beroepscommissie stelt vast dat de beklagcommissie het beklag met betrekking tot de duur van de plaatsing in een isoleercel gegrond heeft verklaard. Ingevolge artikel 69, eerste lid, Pbw in verband met artikel 68, eerste lid, Pbwstaat geen beroep open tegen de gegrondverklaring van een beklag. Om die reden dient klager in zijn beroep, voor zover dat is gericht tegen de duur van de plaatsing in de isoleercel, niet-ontvankelijk te worden verklaard.

Het beroep is tevens gericht tegen de toegekende tegemoetkoming. De beroepscommissie overweegt dat zij deze juist acht. Het toekennen van een tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan anderewegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richten aan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot deciviele rechter.

Voorzover klager beoogde beroep in te stellen tegen de uitgevoerde celinspectie overweegt de beroepscommissie als volgt. Hetgeen ter zake is aangevoerd kan - voorzover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van deberoepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep met betrekking tot de duur van de plaatsing in de isoleercel en verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van debeklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 17 juni 2004

secretaris voorzitter

Naar boven