Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0292/TB, 14 juni 2004, beroep
Uitspraakdatum:14-06-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/292/TB

betreft: [klager] datum: 14 juni 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 16 februari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend doormr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing d.d. 11 februari 2004 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 april 2004, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.W.H.M. Wolters, en namens de Minister, mevrouw drs.[...]. Mevrouw [...], medewerker van ITZ, heeft de zitting bijgewoond.
Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager over te plaatsen naar het Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht te Balkbrug (hierna: Veldzicht).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege.
In het kader van de tbs is hij op 14 november 1997 geplaatst in TBS-Kliniek De Kijvelanden (hierna: De Kijvelanden). Bij brief d.d. 4 februari 2004 is het voornemen van deze inrichting tot overplaatsing van klager naar Veldzicht inhet kader van een ruiling aan de Minister kenbaar gemaakt. De Minister heeft op 11 februari 2004 beslist klager over te plaatsen naar Veldzicht. Deze overplaatsing is op 17 februari 2004 gerealiseerd.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn overplaatsing naar Veldzicht. Door zijn verblijf aldaar is hij beperkt in een aantal vrijheden. Hij mag zich minder vrij door de kliniek bewegen en is vaker en langer ingesloten in zijn kamer.Overal wordt hij begeleid, zelfs bij het bezoek en bij het slechts wekelijks gedurende tien minuten telefoneren. De Kijvelanden heeft klager het laatste jaar aan zijn lot overgelaten, hij mocht niet meer met verlof en weinig wasmogelijk. Veldzicht echter is een concentratiekamp. Bovendien lijkt de afdeling West 2 wel een kleuterschool. Het hebben van bestek is verboden en een theelepel wordt bij kamerinspectie ingenomen. Bezoekers mogen niets meenemen.Voor zijn uit Nijmegen komend bezoek is de zondag als bezoekdag het meest geschikt, terwijl Rotterdam veel dichterbij en gemakkelijker aan te rijden is vanuit Nijmegen. In De Kijvelanden bezocht zijn zus hem eenmaal per maand. InVeldzicht heeft klager anderhalf uur begeleid bezoek, waarvoor men tweemaal twee uur moet reizen.
Klager erkent dat zijn behandeling in De Kijvelanden is vastgelopen. De resocialisatie verliep te langzaam. Anders dan toegezegd is hij nooit aangemeld bij een RIBW. Begin 2003 is hem gezegd dat hij naar een andere inrichting zouworden overgeplaatst. Hijzelf heeft alternatieven aangedragen, maar nooit iets teruggehoord. De Kijvelanden heeft hem erg dwars gezeten. Desgevraagd verklaart klager dat de resocialisatiepoging is mislukt, omdat hij de 'verleiding'niet kan weerstaan, hetgeen iets anders is dan in de fout gaan. Hij kan zich vinden in een overplaatsing, maar dan naar Nijmegen of Venray, in het bijzonder vanwege het bezoek van zijn moeder, met wie het slecht gaat. Zijn bezwarentegen overplaatsing naar Veldzicht zijn de afstand en het feit dat hij een jaar heeft moeten wachten op de overplaatsing. Bij enige voortvarendheid had hij allang weer buiten kunnen zijn. Veldzicht houdt zich niet aan het doel vande overplaatsing: resocialisatie. De inrichting moet hem iets aanbieden. Klager wil per se naar een andere afdeling. Anders was plaatsing op de longstay-afdeling beter geweest. Als ze hem niet van West 2 wegplaatsen, zal hij nietmeewerken en hen het bloed onder de nagels vandaan halen. Het interesseert hem niet of hij zichzelf daarmee in de staart bijt. Veldzicht weet niet wat ze met hem aan moeten, evenmin met zijn medische situatie. Een nieuw onderzoek inhet Pieter Baan Centrum is wenselijk.

De Minister heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 10 februari 2004 gehoord over het voornemen tot overplaatsing naar Veldzicht. Daarbij heeft hij aangegeven dat hij niet in Veldzicht wil worden geplaatst, omdat hij door de reisafstand voor zijn bezoekers minder bezoekzal ontvangen en hij verwacht dat daar de regels terzake van bezoek en telefoneren strakker zullen zijn. Op 12 februari 2004 is hem de beslissing om hem in het kader van een zogenaamde wederzijdse overplaatsing vanuit De Kijvelandenover te plaatsen naar Veldzicht uitgereikt. De voornaamste reden hiertoe is dat een tweede behandelpoging wellicht resultaten kan boeken die in De Kijvelanden niet meer waarschijnlijk zijn. Uit de risicotaxatie blijkt bij klager nogsteeds grote kans op en snelle dreiging van recidive te bestaan.
Uit het verlengingsadvies d.d. 28 november 2003 blijkt onder meer dat klager vanaf april 2003 weigert programmablokken te volgen en zich zeer negatief opstelt. Hij is niet in staat gebleken met minder controle en structuur deingezette stabiliteit en goede werkrelatie met de staf te handhaven. Voorts neemt hij geen verantwoordelijkheid voor grensoverschrijdend gedrag, onder andere tijdens onbegeleide verloven. Het vorenstaande heeft geleid tot het adviesd.d. 4 februari 2004 van De Kijvelanden om een andere inrichting te laten beoordelen of deze klagers problematiek zo kan bewerken dat verantwoorde resocialisatie mogelijk is. Ook klager wenst overplaatsing, zij het niet naarVeldzicht. Hij verblijft thans op een afdeling voor zedendelinquenten. De in een impasse geraakte behandeling in De Kijvelanden weegt zwaarder dan het verder moeten reizen van bezoek. Daarenboven staat het Veldzicht vrij om, ingevaldat behandelinhoudelijk is geïndiceerd, te zijner tijd in de regio van klagers familie een resocialisatietraject uit te zetten.
Ter zitting is daaraan nog toegevoegd dat klager in De Kijvelanden eenmaal per zes weken bezoek vanuit Nijmegen bleek te ontvangen en in Veldzicht eenmaal per maand. In Veldzicht is bezoek van maandag tot en met zaterdag mogelijk,zij het dat zo nodig een uitzondering voor de zondag kan worden gemaakt. Klager heeft zich in Veldzicht in het begin boos opgesteld, maar nu gaat het beter. Er hebben zich geen incidenten voorgedaan. Zijn overplaatsing naarVeldzicht was geheel conform het protocol. Nu de behandeling in De Kijvelanden niet kon worden voortgezet, is een tweede behandelpoging aangewezen. De afstand Nijmegen – Balkbrug is gelijk aan of kleiner dan die naar Poortugaal.
Klagers overplaatsing is in april 2003 aangevraagd. In het geval van klager is geen sprake van herselectie, nu hij langer dan drie jaar is behandeld. De oorzaak van de lange wachttijd tot aan effectuering van een wederzijdseoverplaatsing is gelegen in het kaliber van klagers problematiek. Eerst in februari 2004 deed zich een mogelijkheid voor. Het beroep zal derhalve ongegrond zijn.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van tbs-gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de tbs-gestelde voor de veiligheid van anderen dan de tbs-gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de tbs-gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Minister geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere tbs-gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te wetenvrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke tbs-gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Minister heeft de beslissing tot overplaatsing genomen met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde diagnose en gegevens omtrent het al dan niet bestaan van beheers-/vluchtrisico,onder verwijzing naar de brief d.d. 4 februari 2004 van het hoofd van De Kijvelanden. In het daarbij gevoegde advies is vermeld dat klager bij herhaling heeft laten zien niet goed met vrijheden te kunnen omgaan en zich niet tehouden aan afspraken. De verantwoordelijkheid daarvoor legt hij veelal buiten zichzelf en/of hij bagatelliseert de overtredingen. De staf acht de tijd gekomen dat een andere kliniek de mogelijkheid zal bezien tot zodanige bewerkingvan deze problemen dat dit al dan niet kan leiden tot een verantwoorde resocialisatie.

Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft klager geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Minister in redelijkheid niet tot de bestreden overplaatsingsbeslissing heeftmogen komen. Hetgeen klager, overigens door de Minister deels betwist, heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden van Veldzicht kan evenmin tot een ander oordeel leiden. De beroepscommissie is niet gebleken van een, uit hetoogpunt van het belang van klagers behandeling, zodanig sterke wenselijkheid van plaatsing van klager in een bepaalde regio ten behoeve van bezoekmogelijkheden, dat dit dient te prevaleren boven het belang van een overplaatsing naarVeldzicht.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen is de beslissing klager over te plaatsen naar Veldzicht niet in strijd met de wet en kan deze evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrondworden verklaard.

De beroepscommissie overweegt overigens nog wel het volgende. Zij acht het van belang dat een tbs-gestelde wiens behandeling is vastgelopen, zoals in het geval van klager, zo snel mogelijk wordt overgeplaatst opdat een volgendebehandelpoging zo spoedig mogelijk kan aanvangen. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat in het geval van klager de wachttijd vanaf de voordracht tot overplaatsing wegens stagnatie van de behandeling in april 2003 tot aan debeslissing tot daadwerkelijke overplaatsing in februari 2004 onwenselijk lang is geweest. Daaraan doet de stelling namens de Minister dat klager wegens het 'kaliber' van zijn problematiek binnen het kader van een ruiling moeilijkplaatsbaar is, niet af.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, prof.dr. F.A.M. Kortmann en mr. C.L. van den Puttelaar, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op14 juni 2004

secretaris voorzitter

nummer: 04/292/TB

betreft: [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 20 april 2004, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. S.L. Donker,
leden: prof.dr. F.A.M. Kortmann en mr. C.L. van den Puttelaar.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. E. van der Waal-van der Linden.

Gehoord zijn klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. D.W.H.M. Wolters, alsmede namens de Minister mevrouw drs. [...].

Door klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Veldzicht is een concentratiekamp. Bovendien lijkt de afdeling West 2 wel een kleuterschool. Het hebben van bestek is verboden en een theelepel wordt bij kamerinspectie ingenomen. Het bezoek mag niets meenemen. Zijn bezoek komt uitNijmegen en kan niet altijd op zaterdag. Voor hen is Rotterdam veel dichterbij en gemakkelijker aan te rijden. In De Kijvelanden kwam zijn zus eenmaal per maand op bezoek. In Veldzicht heeft klager anderhalf uur begeleid bezoek,waarvoor men tweemaal twee uur moet reizen. Hij mag slechts tien minuten begeleid telefoneren per week.
Klager erkent dat zijn behandeling in De Kijvelanden is vastgelopen. De resocialisatie verliep te langzaam. Anders dan toegezegd is hij nooit aangemeld bij een RIBW. Begin 2003 is hem gezegd dat hij naar een andere inrichting zouworden overgeplaatst. Hijzelf heeft alternatieven aangedragen, maar daarover nooit iets teruggehoord. Men heeft hem in De Kijvelanden erg dwars gezeten. Desgevraagd verklaart klager dat de resocialisatiepoging is mislukt, omdat hijde verleiding niet kan weerstaan, hetgeen niet hetzelfde is als in de fout gaan.
Hij kan zich vinden in een overplaatsing. Zijn voorkeur gaat uit naar een tbs-inrichting in Nijmegen of Venray, in het bijzonder vanwege het bezoek van zijn moeder, met wie het slecht gaat. Zijn bezwaren tegen overplaatsing naarVeldzicht zijn de afstand en het feit dat hij een jaar heeft moeten wachten op de overplaatsing. Bij een voortvarende overplaatsing had hij allang weer buiten kunnen zijn. Veldzicht houdt zich niet aan het doel van de overplaatsing:resocialisatie. De inrichting moet hem iets aanbieden. Klager wil per se naar een andere afdeling. Anders was plaatsing op de longstay-afdeling beter geweest. Als ze hem niet van West 2 wegplaatsen, zal hij niet meewerken en hen hetbloed onder de nagels vandaan halen. Het interesseert hem niet of hij zichzelf daarmee in de staart bijt. Veldzicht weet niet wat ze met hem aan moeten, evenmin met zijn medische situatie. Een nieuw onderzoek in het Pieter BaanCentrum is wenselijk.

Namens de Minister is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Na voorlezing van de in de ministeriële reactie d.d. 10 maart 2004 opgenomen delen van het verlengingsadvies d.d. 28 november 2003 en de rapportage van De Kijvelanden d.d. 4 februari 2004 wordt opgemerkt dat uit informatie van DeKijvelanden en Veldzicht blijkt dat klager in de eerstgenoemde inrichting eenmaal per zes weken bezoek van zijn netwerk uit Arnhem en Nijmegen ontving en in de laatstgenoemde eenmaal per maand van zijn zus en partner. In Veldzichtis bezoek van maandag tot en met zaterdag mogelijk, zij het dat zo nodig een uitzondering voor de zondag kan worden gemaakt. Klager heeft zich in Veldzicht in het begin boos opgesteld, maar nu gaat het beter. Er hebben zich geenincidenten voorgedaan. Zijn overplaatsing naar Veldzicht was geheel conform het protocol. Nu de behandeling in De Kijvelanden niet kon worden voortgezet, is een tweede behandelpoging aangewezen. De afstand Nijmegen-Balkbrug isgelijk aan of kleiner dan die naar Poortugaal.
Klagers overplaatsing is in april 2003 aangevraagd. In het geval van klager is geen sprake van herselectie, nu hij langer dan drie jaar is behandeld. De oorzaak van de lange wachttijd tot aan effectuering van een wederzijdseoverplaatsing is gelegen in het kaliber van klagers problematiek. Eerst in februari 2004 deed zich een mogelijkheid voor.
Uiteraard kan Veldzicht om behandelingsredenen het aangewezen achten de verloven uit te breiden en de resocialisatie eventueel in de regio van klagers herkomst te doen plaatsvinden.

secretaris voorzitter

Naar boven