Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0688/GA, 8 juni 2004, beroep
Uitspraakdatum:08-06-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/688/GA

betreft: [klager] datum: 8 juni 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 7 april 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 31 maart 2004 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouwe mr. J. Steenbrink, advocaat te Nijmegen, om het beroep schriftelijk toe telichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het op 14 januari 2004 niet in de gelegenheid zijn gesteld om deel te nemen aan de activiteit sporten.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft op 14 januari 2004 verslag aangezegd gekregen en is moest vervolgens in zijn cel blijven. Om die reden mocht hij niet deelnemen aan de sport. Klager is het daar niet mee eens. Hij heeft gezien dat andere gedetineerdenwel mochten sporten nadat hen een verslag was aangezegd. Klager kreeg dat verslag aangezegd toen hij om zijn vitaminepillen vroeg. De directeur heeft hem later naar aanleiding van dat verslag gehoord maar toen was de sport alvoorbij.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager was op grond van het bepaalde in artikel 24, vierde lid, van de Pbw, in afzondering geplaatst; dat brengt uitsluiting van activiteiten als sport met zich mee.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voorzover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie daarom niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrondworden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met verbetering van de gronden.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 8 juni 2004

secretaris voorzitter

Naar boven