Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0543/GA, 25 mei 2004, beroep
Uitspraakdatum:25-05-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Schade  v

Uitspraak

nummer: 04/543/GA

betreft: [klager] datum: 25 mei 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 16 maart 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 4 maart 2004 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Rijnmond, locatie De Schie, te Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 mei 2004, gehouden in de locatie Zoetermeer, zijn gehoord klager en [...], afdelingshoofd bij de locatie De Schie.

Klagers raadsman mr. S.L.J. Jansen heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het verbreken van een verzegeling op een kledingzak en het herstellen van klagers kleding, die zich in de betreffende kledingzak bevond.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers kleding is in verband met zijn strafzaak in beslag genomen. In de locatie Zuyder Bos heeft klager samen met de badmeester geconstateerd dat er messteken zaten in klagers jas en broek. Bij de behandeling van klagers hogerberoep bij het gerechtshof Den Haag heeft het hof geconstateerd dat de verzegeling van klagers zak was verbroken. Klager weet niet waar de zak is opengemaakt. Klagers jas was gerepareerd. Het ene voorpand van de jas bevat duidelijkdons en de originele coating en het andere voorpand niet. In de strafzaak heeft klager een beroep gedaan op noodweer/noodweer-exces. Klager voelt zich gekrenkt door de leugen dat er geen sprake zou zijn van messteken. De badmeestervan Zuyder Bos is de mond gesnoerd door de directeur van Zuyder Bos. Bij terugkomst in de De Schie was klager helemaal verdoofd. Hij is zwaar depressief. In De Schie wordt hij heel goed verzorgd.

Klager heeft de beroepscommissie een jas en een broek getoond.

Door klagers raadsman mr. S.L.J. Janssen is schriftelijk toegevoegd dat hij klager heeft bijgestaan tijdens diens hoger beroep in de strafzaak. Er bestond onduidelijkheid over de vraag waar klagers kleding precies was opgeslagen.Uiteindelijk is de zak met kleding op zitting gekomen. Klager heeft de zak geopend en de kleding eruit gehaald. De raadsheer heeft bij die gelegenheid niet gezegd dat het zegel was verbroken of dat er messteken waren gerepareerd.

Namens de directeur is in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klagers kleding was vanuit de locatie Zuyder Bos verstuurd naar de locatie De Schie. De kleding is door DV & O vervoerdnaar de zitting van het hof. Het is niet bekend wat er in het paleis van justitie met de kleding is gebeurd.

3. De beoordeling
Door klager is gesteld dat zijn kledingzak verzegeld was en dat deze verzegeling is verbroken. Uit klagers verklaring en de onderliggende stukken is niet aannemelijk geworden dat het zegel op de kledingzak voortijdig verbroken is,zodat aan de directeur van de locatie De Schie daarvan geen verwijt kan worden gemaakt. De beroepscommissie komt daarom niet toe aan de beantwoording van de vraag of sprake is van reparatie van klagers kleding en de eventueleverantwoordelijkheid hiervoor. De beroepscommissie zal het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met wijziging van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. M. Kooyman en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 mei 2004

secretaris voorzitter

Naar boven