Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0692/GB, 4 mei 2004, beroep
Uitspraakdatum:04-05-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/629/GB

Betreft: [klager] datum: 4 mei 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 30 maart 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1971], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 maart 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke op 23 maart 2004 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar Paviljoen IV-A Demersluis te Amsterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 24 oktober 2003 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. De Schie te Rotterdam. Op 1 maart 2004 is hij overgeplaatst naar Paviljoen IV-A Demersluis te Amsterdam, waar een individueel regimegeldt.

3. De standpunten
3.1 Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat hem tijdens zijn detentie veel onrecht is aangedaan en dat zijn overplaatsing naar Amsterdam onjuist is. Klager wil zijn beroep graag mondeling toelichten tegenover de beroepscommissie.

3.2 De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De directeur van de locatie De Schie heeft op 23 februari 2004 een overplaatsingsvoorstel uitgebracht, strekkende tot klagers plaatsing in een landelijke afdeling beheersproblematische gedetineerden (l.a.b.g.). Klager heeft binnenDe Schie alle afdelingen doorlopen en zoekt met regelmaat de grens van het toelaatbare op. Die grens wordt regelmatig overschreden. Klagers houding en gedrag worden omschreven als neerbuigend, arrogant en zeer negatief. Hij isnauwelijks te corrigeren. Klager is niet geliefd op de verblijfsafdeling. Hij manipuleert en intimideert de zwakkeren en de overigen negeren hem. Klager neemt slechts beperkt deel aan de geboden activiteiten. Tijdens zijn verblijfzijn er enkele voorvallen geweest. Klager heeft een beperking in het telefoonverkeer opgelegd gekregen in verband met signalen van bedreigingen. Op grond van verbale agressie naar medegedetineerden is klager tijdelijk in eenindividueel regime geplaatst. Uiteindelijk is klager in verband met een vechtpartij met een medegedetineerde op de landelijke afzonderingsafdeling (l.a.a.) Nieuw Vosseveld geplaatst, alwaar hij in verband met grensoverschrijdendgedrag is gesanctioneerd. Klager is onvoldoende te corrigeren in zijn houding naar met name het inrichtingspersoneel. Op 27 februari 2004 heeft de selectiefunctionaris beslist klager over te plaatsen naar Paviljoen IV-A Demersluis.Blijkens het tegen die selectiebeslissing ingediende bezwaarschrift ontkent klager geweld te hebben gebruikt tegen een medegedetineerde in De Schie. Ook ontkent hij problemen te hebben veroorzaakt in de l.a.a. Nieuw Vosseveld. Deselectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift ongegrond verklaard. Naar de mening van de selectiefunctionaris komt klager, gelet op zijn gedrag, in aanmerking voor plaatsing in een individueel regime.

4. De beoordeling
4.1 De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klager om het beroep mondeling toe te mogen lichten af.

4.2 Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.3 Een gedetineerde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele dan wel beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In het individueel regime kunnen gedetineerdenworden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een regime van algehele ofbeperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven.
De selectiefunctionaris heeft de omtrent klagers persoonlijkheid en gedrag verstrekte gegevens in redelijkheid kunnen aanmerken als een contra-indicatie in bovenbedoelde zin. Uit de terzake opgemaakte verslagen, het selectieadviesen de toelichting van de selectiefunctionaris wordt voldoende aannemelijk dat de plaatsing van klager in een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap vooralsnog een ernstig beheersrisico met zich brengt. Derhalve is debeslissing klager vooralsnog over te plaatsen naar een individueel regime niet in strijd met de wet en evenmin als onredelijk of onbillijk aan te merken. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 4 mei 2004

secretaris voorzitter

Naar boven