Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/3000/GB, 26 april 2004, beroep
Uitspraakdatum:26-04-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/3000/GB

Betreft: [klager] datum: 26 april 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 30 december 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1965], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 december 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke op 23 december 2003 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.C. van der Want, advocaat te Middelburg, op 14 april 2004 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis voor beperkt gemeenschaps geschikten Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 27 maart 1998 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (Unit 1) van de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht. Op 14 oktober 2002 is hij geplaatst in de gevangenis voor beperkt gemeenschaps geschiktenNieuw Vosseveld, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt. Op 19 februari 2004 is hij overgeplaatst naar de BGG Zoetermeer, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van tien jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 2 juli 2002 en eindigt op 23 november 2004.

3.
Ontvankelijkheid
Nu klager op 19 februari 2004 is overgeplaatst naar de BGG Zoetermeer, is de beroepscommissie van oordeel dat het belang aan zijn beroep, dat is gericht tegen zijn plaatsing in de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschiktegedetineerden Nieuw Vosseveld te Vught, is komen te ontvallen. Tegen de beslissing tot overplaatsing naar de BGG Zoetermeer stond blijkens de selectiebeslissing d.d. 16 december 2003 bezwaar en beroep open. Niet is gebleken datklager van deze rechtsmiddelen gebruik heeft gemaakt.
Om deze redenen dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.
De beroepscommissie gaat er bij haar beslissing van uit dat de selectiefunctionaris binnen de daarvoor geldende termijn een beslissing zal nemen omtrent een verder verblijf in een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 26 april 2004

secretaris voorzitter

Naar boven