Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0415/GB, 26 april 2004, beroep
Uitspraakdatum:26-04-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/415/GB

Betreft: [klager] datum: 26 april 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 2 maart 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1980], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 februari 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke op 25 februari 2004 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de huis van bewaring-afdeling voor psychologisch onvolwassenen (hierna: jovo-h.v.b.) Overmaze te Maastricht ongegrondverklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 8 december 2003 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Overmaze. Op 1 maart 2004 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Overmaze.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager ontkent schulden te hebben gemaakt tijdens zijn vorige verblijf op een jovo-afdeling en begrijpt niet wat het al dan niet maken van schulden met de beslissing tot overplaatsing naar het jovo-h.v.b. te maken heeft. Klagervoelt zich goed in een regulier h.v.b., wordt over een paar maanden 24 jaar en wil niet terug naar een jovo-h.v.b., omdat hij daar wordt bedreigd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Gezien de indicatiestelling scoort klager op opleiding/cursus en op kwetsbaarheid. Dit gegeven plus zijn jeugdige leeftijd maken hem een geschikte kandidaat voor plaatsing in het jovo-circuit. Uit informatie uit de vorigejovo-inrichting, waar klager gedetineerd was, blijkt dat klager daar schulden had gemaakt en om die reden een slechte tijd had in de jovo. Dit had dus niet te maken met het daar gevoerde regime.

4. De beoordeling
4.1. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologischonvolwassen.
Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen (Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001) kan worden afgeleid dat psychologischeonvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in hetalgemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden.
Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van de
Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder
b, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in een jovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagers indicatiestelling gebleken dat hij tekortkomingen heeft voor wat betreft opleiding/cursus enkwetsbaarheid en dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweede criterium van artikel 16 van de Regeling.

4.3. Tegen de achtergrond van het onder 4.2 overwogene komt de beroepscommissie
tot het oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Uit de verstrekteinformatie is gebleken dat klagers eerdere problemen op een jovo-afdeling niet gerelateerd waren aan het jovo-regime, maar te maken hadden met klagers gedrag dat hem, naar mag worden aangenomen, in een h.v.b. voor volwassenen voordezelfde problemen zou hebben geplaatst.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 26 april 2004

secretaris voorzitter

Naar boven