Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0066/TP, 21 april 2004, beroep
Uitspraakdatum:21-04-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/66/TP

betreft: [klager] datum: 21 april 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), heeft kennis genomen van een op 16 januari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

tegen een beslissing van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft de termijn waarin klager wacht op plaatsing in een inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden (tbs-inrichting) met ingang van 2 december 2003 verlengd tot 1 maart 2004.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak d.d. 20 februari 2003 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar en zes maanden met aftrek én ter beschikking gesteld (tbs) met bevel dat hij vanoverheidswege zal worden verpleegd.
De Minister heeft aangegeven dat hij klager bij brief van 1 december 2003 heeft meegedeeld dat klager gedurende de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf met ingang van 7 maart 2003 in aanmerking komt voor vervroegdetenuitvoerlegging van de hem tevens opgelegde tbs en dat hij op laatstgenoemde datum in afwachting van plaatsing in een tbs-inrichting op een wachtlijst is geplaatst.
Bij brief van 6 januari 2004, uitgereikt aan klager op 8 januari 2004, heeft de Minister klager bericht dat hij nog niet geplaatst kon worden in een tbs-inrichting en dat de wachttermijn voor plaatsing met ingang van 2 december 2003met drie maanden is verlengd tot 1 maart 2004. Klager is terzake op 24 december 2003 gehoord.
De datum van vervroegde invrijheidstelling van klager én aansluitende aanvang van zijn tbs is 15 april 2004.
Klager verblijft in de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

3. De standpunten
Klager heeft het beroep niet toegelicht.

Namens de Minister is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Klager zal niet in het beroep kunnen worden ontvangen, nu dit een dag te laat is ingediend en er geen redenen bekend zijn geworden die deze termijnoverschrijding kunnen rechtvaardigen. Indien anders wordt beslist, zal het beroepformeel gegrond zijn nu de bestreden beslissing niet tijdig aan klager is meegedeeld.
Het beroep zal materieel ongegrond zijn. Klager kon wegens het tekort aan tbs-plaatsen nog niet in een tbs-inrichting worden geplaatst. Ten aanzien van klager zijn voorafgaand aan de bestreden beslissing geen signalen omtrentdetentieongeschiktheid vanuit het Psycho Medisch Overleg (PMO) van de inrichting van verblijf ontvangen.

4. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat klager in zijn beroep kan worden ontvangen. Vast staat dat de bestreden beslissing op 8 januari 2004 aan klager is uitgereikt. Het poststempel op de enveloppe waarin het beroepschrift isverzonden vermeldt 12 januari 2004, de vierde dag van de beroepstermijn. Derhalve kan redelijkerwijs niet worden geoordeeld dat de ontvangst van het beroepschrift op 16 januari 2004 aan een verzuim van klager is te wijten.

Klager is blijkens het door de Minister toegezonden hoorformulier op 24 december 2003 gehoord over de verlenging van de wachttermijn, die op 2 december 2003 is verstreken. Bij brief d.d. 6 januari 2004 is hij geïnformeerd over dieverlenging.
Derhalve is niet voldaan aan de in artikel 27, vijfde lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden neergelegde hoor- en informatieplicht. Mitsdien is het beroep gegrond en dient de beslissing van deMinister tot verlenging van de wachttermijn op formele gronden te worden vernietigd.

Klager dient, gelet op het vorenoverwogene, een tegemoetkoming te worden geboden. De beroepscommissie zal deze tegemoetkoming vaststellen op € 50,=.

Klager is als gevolg van het capaciteitstekort nog niet geplaatst in een tbs-inrichting. Ten tijde van de bestreden beslissing lag de vrijheidsstraf aan het verblijf van klager in een penitentiaire inrichting (p.i.) ten grondslag enniet de hem tevens opgelegde tbs; deze was nog niet aangevangen.

Het capaciteitstekort kan naar het oordeel van de beroepscommissie een grond voor uitstel van de voorgenomen vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting vormen, tenzij blijkt van bijzondere omstandigheden zoals een psychischeconditie van klager die zodanig is dat langer verblijf in een p.i. medisch niet verantwoord is. In dat geval is sprake van detentieongeschiktheid en dient om die reden plaatsing met voorrang gerealiseerd te worden.

Uit de medische verklaring d.d. 10 maart 2004 van de Forensisch Psychiatrische Dienst Alkmaar blijkt dat de psychische conditie van klager op dat moment niet van dien aard was dat verder verblijf in een p.i. als onverantwoord moestworden beschouwd.
De beroepscommissie gaat er derhalve van uit dat er ten tijde van de bestreden beslissing geen aanleiding bestond om klager bij voorrang in een tbs-inrichting te plaatsen.

De beroepscommissie is van oordeel, gelet op het hiervoor overwogene, dat de bestreden beslissing materieel niet in strijd is met de wet en dat de wachttermijn voor plaatsing in een tbs-inrichting diende te worden verlengd van 2december 2003 tot 1 maart 2004.

Nu de bestreden beslissing op formele gronden dient te worden vernietigd zal de beroepscommissie met toepassing van het bepaalde in artikel 76, derde lid, Pbw in verbinding met artikel 66, derde lid onder b, en artikel 69, vijfdelid, Bvt bepalen dat haar uitspraak met betrekking tot de verlenging van de wachttermijn in de plaats treedt van de bestreden beslissing.

6. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond op formele gronden en vernietigt de bestreden beslissing. Zij bepaalt dat haar uitspraak in de plaats treedt van deze beslissing en bepaalt derhalve dat de wachttermijn voor plaatsingin een tbs-inrichting wordt verlengd van 2 december 2003 tot 1 maart 2004.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de Minister toekomende tegemoetkoming op
€ 50,= .

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 21 april 2004

secretaris voorzitter

Naar boven