Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0565/GB, 22 april 2004, beroep
Uitspraakdatum:22-04-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/565/GB

Betreft: [klager] datum: 22 april 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een – door tussenkomst van het bureau selectiefunctionarissen te Zwolle – op 19 maart 2004 bij hetsecretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1965], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 maart 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, waarvan niet bekend is wanneer deze aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Haarlem afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 5 februari 2004 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. Alphen aan den Rijn.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht. Klager vraagt om overplaatsing in verband met de bezoekmogelijkheden voor zijn 71-jarige moeder. Zij is ziek, slecht ter been en heeft geen eigen vervoer. Klager verblijft nu opeen bijzondere zorgafdeling en krijgt aldaar medicatie, waardoor hij rust in zijn leven heeft.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers stelling dat zijn moeder ziek is, wordt niet met een medische verklaring gestaafd. Een treinreis vanuit Haarlem naar Alphen aan den Rijn duurt ongeveer 50 minuten. Volgens de selectiefunctionaris is dat niet te lang vooriemand van 71 jaar. Klager verblijft thans op een bijzondere zorgafdeling en staat onder behandeling van de psychiatrische stichting Geestergronden. Van die zijde is geen aanbeveling gedaan klager over te plaatsen.

4.
De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk wordenaangemerkt. Hierbij is met name in aanmerking genomen dat klager geen medische verklaring heeft overgelegd die zijn stelling met betrekking tot de gezondheidstoestand van zijn moeder onderbouwt, terwijl daarnaast de reisafstand peropenbaar vervoer tussen Haarlem en Alphen aan den Rijn acceptabel kan worden geacht. Bovendien verblijft klager thans op een bijzondere zorgafdeling, waar hem, ook naar hij zelf in zijn beroepschrift stelt, de zorg wordt geboden,die hij nodig heeft.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 22 april 2004

secretaris voorzitter

Naar boven