Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0476/GB, 9 april 2004, beroep
Uitspraakdatum:09-04-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/476/GB

Betreft: [klager] datum: 9 april 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 9 maart 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.Polderman, namens

[...], geboren op [1982], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 maart 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Zuyder Bos te Heerhugowaard afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 15 september 2001 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen (hierna jovo-gevangenis) De Schie te Rotterdam, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van acht jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 29 januari 2003. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 13 januari 2007.Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van zeventien dagen te ondergaan.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager kan zich niet verenigen met de inhoud van de beslissing. In de jovo-gevangenis De Schie hebben zich verschillende incidenten voorgedaan. Een langer verblijf in De Schie is derhalve niet langer geïndiceerd. Klager ondervindtproblemen met personeel en medegedetineerden. Hij heeft dit aangekaart bij het afdelingshoofd, maar deze kan hem daarvoor geen oplossing bieden. Klagers familie, die in Heiloo woont, ondervindt als gevolg van de afstand problemenbij het bezoeken van klager.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Navraag is gedaan bij de jovo-gevangenis De Schie, waar klager thans verblijft en waarvoor klager zelf geopteerd heeft. Er is eenmalig een fout gemaakt door een personeelslid die vergeten was klagers celdeur af te sluiten waardoorer vleeswaren uit zijn cel zijn gestolen, hetgeen gecompenseerd is door het afdelingshoofd. Voorts is er sprake geweest van wrijvingen met andere gedetineerden; er was evenwel geen aanleiding voor nadere maatregelen zoalsuitplaatsing. Aan klager is als alternatief overplaatsing naar de jovo-gevangenis te Zutphen of de jovo-gevangenis te Vught aangeboden, maar ondanks het feit dat hem en zijn raadsman is medegedeeld dat er in Noord-Holland geenjovo-gevangenis is, persisteert klager bij het verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Zuyder Bos.

4. De beoordeling
4.1. De jovo-gevangenis De Schie is aangewezen als een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau alsmede als inrichting voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 16Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna de Regeling).

4.2 De beroepscommissie stelt vast dat het beroep van klager niet is gericht tegen zijn jovo-indicatie, maar dat hij het niet eens is met de keuze van de gevangenis waar hij dient te verblijven. De op de onder 3.2 genoemdegronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen,evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie overweegt dat klager zelf om plaatsing in de jovo-gevangenis De Schie heeft verzocht en dat niet is gebleken van ernstige incidenten aldaar, die aanleidingzouden zijn om klager over te plaatsen. Daarbij is in aanmerking genomen dat aan klager alternatieven zijn geboden tot overplaatsing naar een jovo-gevangenis te Vught of Zutphen en dat klager hier niet op in wenst te gaan. Voortskent de gevangenis van klagers keuze Zuyder Bos geen jovo-regime. Hetgeen door klager is aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden maakt het oordeel ook niet anders. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 9 april 2004

secretaris voorzitter

Naar boven