Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2999/GA tussenbeslissing, 5 april 2004, beroep
Uitspraakdatum:05-04-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Urinecontrole  v

Uitspraak

nummer: 03/2999/GA-tussenbeslissing

betreft: [klager] datum: 5 april 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 30 december 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.H.W.Spoelstra, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 18 december 2003 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer te Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 1 maart 2004, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.H.W. Spoelstra.
De directeur van de locatie Zoetermeer heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van drie dagen in verband met een positieve score na een urinecontrole;
b. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel voor de duur van zeven dagen in afwachting van overplaatsing van klager naar een andere afdeling;
c. de beslissing van de directeur om klagers verlofaanvraag niet in behandeling te nemen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft de procedure die bij de urinecontrole wordt gevolgd besproken met de directeur van de locatie Zoetermeer en benadrukt dat er beter opgelet moet worden. De buisjes met urine worden namelijk in een koelkast bewaard waariedereen bij kan. De koelkast is niet voorzien van een slot. Klager is begin juni 2003 vanuit Almelo naar de locatie Zoetermeer overgeplaatst. Toen hij nog in Almelo verbleef heeft hij dagelijks veel medicijnen gekregen. Klager weetniet precies welke medicijnen, maar het betrof onder meer in ieder geval kalmeringsmiddelen. Na zijn overplaatsing naar Zoetermeer heeft hij, behalve door de inrichtingsarts voorgeschreven pijnstillers, geen medicijnen meeringenomen. De pijnstillers kunnen geen invloed op de uitslag van de urinecontrole hebben gehad. De positieve uitslag na de urinecontrole moet dus met de medicijnen te maken hebben die hij in Almelo had gekregen. Klager woog 170 kiloen is binnen korte tijd 30 kilo afgevallen. De urine-uitslagen laten rare schommelingen zien, ze gaan eerst omhoog en dan weer omlaag. Klager kan dit niet verklaren. Hij blijft er bij dat hij in Zoetermeer niets heeft ingenomen enwil eerherstel.

Namens klager is hier nog het volgende aan toegevoegd.
Klager verbleef in Zoetermeer op de H-vleugel, een drugsvrije afdeling. Je kiest er als gedetineerde voor om op deze afdeling geplaatst te worden, hier moet je ook gemotiveerd voor zijn, en je weet dat er wekelijks urinecontrolesplaatsvinden. Volgens de raadsman komt uit de literatuur onder meer naar voren dat het middel een lange werkingstijd heeft en bij iedereen anders werkt. Er is tot nu toe geen rekening gehouden met klagers postuur en het feit dat hijbinnen korte tijd veel gewicht heeft verloren. Er is niet aangetoond dat klager iets gebruikt heeft.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Voor de afdoening van het beroep acht de beroepscommissie het noodzakelijk nader te worden ingelicht. Om die reden verzoekt zij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te Rijswijk schriftelijk inlichtingen te verschaffen omtrentde volgende vragen.
Voor de beantwoording van die vragen kan van de volgende feitelijke omstandigheden worden uitgegaan.
Klager is een corpulente man die 170 kilo heeft gewogen. Hij stelt tot begin juni 2003 veel medicijnen (kalmeringsmiddelen/pijnstillers) te hebben gebruikt, maar daarna niet meer. Een op 15 juli 2003 gehouden urinecontrole liet eenscore van 2758 op benzodiazepines zien.

1. Is gewicht en/of gewichtsverlies van (doorslaggevende) betekenis voor de vaststelling van de aanwezigheid van benzodiazepines in de urine?

2. Kan een score van 2758 benzodiazepines in de urine op 15 juli 2003 worden verklaard uit het gebruik van grote hoeveelheden medicijnen tot juni 2003?
Wat is de betekenis van een lichaamsgewicht van 170 kilo hierbij? En wat is de betekenis van 30 kilo gewichtsverlies na begin juni 2003?

4. De tussenbeslissing
De beroepscommissie houdt de beslissing, met voormeld doel, aan tot een later te bepalen tijdstip.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. H.B. Greven en mr. R. Weenink, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 5 april 2004

secretaris voorzitter

Naar boven