Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0352/GV, 29 maart 2004, beroep
Uitspraakdatum:29-03-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/352/GV

betreft: [klager] datum: 29 maart 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 24 februari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W.de Bruin, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 februari 2004 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het is noodzakelijk dat klager persoonlijk aanwezig is om zijn gezin te ondersteunen.
Voorts betreft de openstaande zaak van klager een ontnemingsvordering, welke ingevolge de jurisprudentie van de RSJ bij de beoordeling buiten beschouwing gelaten dient te worden.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft niet middels stukken aangetoond dat zijn aanwezigheid ter ondersteuning van zijn gezin noodzakelijk is. Zijn ex-vrouw is inmiddels ontslagen uit het ziekenhuis.
Daarbij heeft klager nog een openstaande strafzaak.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichtingen Zuid-West heeft aangegeven gedragsmatig geen bezwaar te hebben tegen verlening van strafonderbreking, doch dat dit gelet op het feit dat klager nog een openstaande zaak heeft nietmogelijk is.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek, wegens onder meer heling. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf van 22 maanden te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 9 april2005. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van in totaal 131 dagen te ondergaan.

Artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (d.d. 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI) bepaalt dat strafonderbreking kan worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden dat niet kan worden volstaan meteen andere vorm van verlof. Op grond van artikel 36 juncto 23 kan strafonderbreking onder meer worden verleend voor een bezoek aan een in levensgevaar of ernstige psychische nood verkerende levenspartner of kind.

Uit de stukken is de beroepscommissie gebleken dat klager sinds 1974 regelmatig in aanraking komt met justitie. Sinds 1992 verblijft hij regelmatig in detentie. Hij voert aan dat zijn 18-jarige zoon en zijn ex-vrouw die ten gevolgevan een eerdere hartaanval onder behandeling is, beide zorg behoeven en waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is.
De beroepscommissie overweegt dat door klager noch zijn raadsman (medische) stukken zijn overgelegd waaruit zou kunnen worden afgeleid, dat gelet op de hiervoor geschetste thuissituatie, sprake is van een noodzaak als bedoeld in deRegeling tot het verlenen van strafonderbreking. Gelet op het vorenstaande is geen sprake van bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in artikel 34 van de Regeling. De afwijzing door de Minister van klagers verzoek tot het tijdelijkverlaten van de inrichting is reeds hierom niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond wordenverklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 29 maart 2004

secretaris voorzitter

Naar boven