Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0317/GB, 22 maart 2004, beroep
Uitspraakdatum:22-03-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/317/GB

Betreft: [klager] datum: 22 maart 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 20 februari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, gedateerd 4 februari2004, van

[...], geboren op 14 september 1983, verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 januari 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke op 28 januari 2004 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te over te plaatsen naar de afdeling voor psychologisch onvolwassenen van het huis van bewaring (h.v.b.) Zwaag, hierna het jovo-h.v.b.Zwaag, ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 11 november 2003 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. Lelystad. Op 16 februari 2004 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Zwaag.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van 13 maanden met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 5 maart 2004 en eindigt op 17 augustus 2004.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager wil graag in het h.v.b. Lelystad blijven. Daar heeft hij rust en indien hij wordt overgeplaatst moet hij eerst weer wennen aan een nieuwe omgeving voordat hij toekomt aan nadenken over hetgeen hij heeft gedaan. Hij wil nietnaar een jovo-inrichting. Hij heeft problemen met andere jongeren. Verder is het voor zijn ouders gunstiger als klager in Lelystad verblijft in verband met het bezoeken van klager.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Door het h.v.b. is aan klager een zogenaamde jovo-indicatiestelling afgenomen. Op grond van die indicatiestelling komt klager in aanmerking voor plaatsing in een jovo-inrichting. De selectiefunctionaris heeft daarbij rekeninggehouden met klagers leeftijd, de aard van het door klager gepleegde delict en de omstandigheid dat klager first-offender is. Klager geeft aan liever in Lelystad te willen blijven, mede in verband met de bezoekmogelijkheden. Deselectiefunctionaris heeft daarin onvoldoende argumenten kunnen vinden om klagers bezwaar gegrond te verklaren. Een reistijd van amper één uur voor klagers bezoekers acht de selectiefunctionaris acceptabel. Klager geeft voorts aanbezwaar te hebben tegen zijn plaatsing in een jovo-inrichting. Dat bezwaar is volgens de selectiefunctionaris niet door klager onderbouwd.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als veroordeelde in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouderzijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie, DienstJustitiële Inrichtingen, augustus 2001, kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbijkomt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichtingvoor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.

De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in eenjovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagers indicatiestelling gebleken dat hij first offender is. Dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweede criterium van artikel 16 van de Regeling.

4.3. Tegen de achtergrond van het onder 4.2 overwogene komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen,evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd, zonder enige nadere toelichting, omtrent familiebezoek alsmede problemen in de omgang met leeftijdsgenoten, maakt dit niet anders.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 22 maart 2004

secretaris voorzitter

Naar boven