Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/5901/GV, 20 oktober 2020, beroep
Uitspraakdatum:20-10-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/5901/GV

Betreft [klager]

Datum 20 oktober 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 21 januari 2020 klagers verzoek tot algemeen verlof afgewezen.

Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De directeur van de inrichting heeft positief geadviseerd. Het verlof was gepland op 31 januari 2020. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft negatief geadviseerd, omdat klager hulp weigert en positieve urinecontroles zou hebben. Klager ontkent de positieve scores, maar er geldt een drugsontmoedigingsbeleid. Daar heeft klager zich aan gehouden. Hij heeft ook negatieve urinecontroles afgegeven. Die staan in klagers D&R-plan. Hij is gepromoveerd naar het plusprogramma.

Aan klager is nooit verteld dat hij zou moeten meewerken met Terwille Verslavingszorg. Hem is wel gevraagd of hij dat zou willen. Klager wil dat niet, omdat hij weet dat hij het op eigen kracht zou kunnen. Dat heeft hij in de inrichting bewezen.

Standpunt van verweerder

Verwezen wordt naar de bestreden beslissing. Aan klager is op 10 februari 2020 wederom een disciplinaire straf opgelegd vanwege softdrugsgebruik. Klager dient een periode lang schone urinecontroles af te leveren, voordat hij met verlof kan gaan.

Uitgebrachte adviezen

De directeur van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

Het OM heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, vanwege gevaar voor ernstige verstoring van de openbare orde of het plegen van strafbare feiten en vanwege een ernstig vermoeden dat het verlof zal leiden tot drugsgebruik. Klager weigert geïndiceerde hulp en hij heeft positief gescoord bij urinecontroles.

De politie heeft onderzoek gedaan naar het verlofadres en dit in orde bevonden.

3. De beoordeling

Klager is sinds 9 maart 2019 gedetineerd. Hij onderging een gevangenisstraf van achttien maanden met aftrek, wegens afpersing. Hij ondergaat op dit moment een gevangenisstraf van drie maanden, wegens gekwalificeerde diefstal en verduistering. De einddatum van klagers detentie is momenteel bepaald op 25 november 2020.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag.

Vooropgesteld dient te worden dat bij verzoeken tot algemeen verlof een belangenafweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het individuele belang van de gedetineerde om zich tijdig en goed te kunnen voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds het algemeen belang van – onder meer – de orde, rust en veiligheid in de samenleving en een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf.

Klagers verzoek is afgewezen, omdat hij meerdere keren positief heeft gescoord bij urinecontroles.

De beroepscommissie begrijpt uit het selectieadvies dat klager op 11 september 2019, 3  oktober 2019, 20 oktober 2019 en 5 november 2019 disciplinair is gestraft vanwege een positieve urinecontrole of fraude (zie ook RSJ 4 juni 2020, R 20/6124/GA). Op 27 december 2019 is klager gewaarschuwd vanwege een te laag kreatininegehalte. Deze urinecontroles zijn vooral van belang, nu drugsgebruik volgens de reclassering een direct delictgerelateerd probleemgebied is van klager.

De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze, ondanks het positieve advies, de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag reeds rechtvaardigen. Gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4, onder b en c van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is op 20 oktober 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D. van der Sluis, voorzitter, F. van Dekken en mr. J.M.L. Niederer, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven