Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0346/GB, 18 maart 2004, beroep
Uitspraakdatum:18-03-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/346/GB

Betreft: [klager] datum: 18 maart 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 25 februari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1984], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 februari 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) voor psychologisch onvolwassenen (jovo) Zutphen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 12 december 2003 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Arnhem-Zuid. Vanuit dit h.v.b. is hij geherselecteerd voor het h.v.b. - jovo Zutphen. Deze overplaatsing was ten tijde van hetinstellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager heeft het goed naar zijn zin in het h.v.b. Arnhem-Zuid. Klagers grootmoeder, die lijdt aan kanker, woont op slechts 500 meter afstand van het h.v.b. Zij kan klager nu nog komen bezoeken. Indien klager zou worden overgeplaatstnaar Zutphen, kan zijn grootmoeder die reis niet meer aan. Klager is verder bang om in een jovo-inrichting ruzie te zullen krijgen met zijn medegedetineerden. Dat wil hij niet, hij wil graag zijn detentie rustig uitzitten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Blijkens de indicatiestelling komt klager in aanmerking voor plaatsing in het jovo-circuit. Het dichtstbijzijnde h.v.b. met een jovo-afdeling is in Zutphen. De omstandigheid dat klager het goed naar zijn zin heeft in Arnhem-Zuid is,hoewel mooi voor klager, geen argument om hem niet over te plaatsen naar Zutphen.
Klagers opmerking over de ziekte van zijn dicht bij het h.v.b. Arnhem-Zuid wonende grootmoeder wordt niet ondersteund door een bericht van een medicus. Klager heeft eerder verbleven in het h.v.b. – jovo Zutphen. Hij geeft aan bangte zijn daar ruzie te zullen krijgen. Op zich heeft klager in beroep geen andere argumenten aangevoerd dan in het bezwaarschrift. Klager staat op nummer 13 van de wachtlijst voor plaatsing in Zutphen. Het kan nog enige tijd durenalvorens hij daar geplaatst wordt. Als klager definitief is afgestraft, kan hij zijn voorkeur voor een vervolginrichting opgeven.

4. De beoordeling
Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouder zijndan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie, Dienst JustitiëleInrichtingen, augustus 2001, kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt datgedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voorpsychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.

De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in eenjovo-inrichting kunnen worden geplaatst. De selectiefunctionaris heeft aangeven dat uit klagers indicatiestelling zou blijken dat klager ook aan het tweede criterium van artikel 16 van de Regeling voldoet.
Nu een schriftelijke neerslag van die indicatiestelling – voorzien van een relevante onderbouwing – in de stukken niet voorhanden is, terwijl klager bezwaar heeft tegen de plaatsing in het jovo-circuit, is de beslissing waarvanberoep onvoldoende met redenen omkleed.
Het beroep zal mitsdien gegrond worden verklaard. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Deberoepscommissie acht geen termen aanwezig voor toekenning van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 18 maart 2004

secretaris voorzitter

Naar boven