Nummer R-19/4142/GA
Betreft klager Datum 14 september 2020
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van klager (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld omdat hij niet is opgeroepen voor het bijwonen van de kerkdienst van 5 mei 2019 (Z1-2019-496).
De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichtingen (PI) Zwolle heeft op 24 juni 2019 het beklag ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klagers raadsvrouw, mr. J.J. Serrarens, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Zwolle in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft door nalatigheid van het personeel op zondag 5 mei 2019 de kerkdienst niet kunnen bijwonen. Normaal roept het personeel vóór de kerkdienst op de afdeling om, dat wie naar de kerkdienst wil, mee kan gaan. Klager heeft dat op de bewuste dag niet gehoord, waarschijnlijk omdat zijn celdeur, anders dan normaal, op slot was. Hij kon zich dus niet op de afdeling begeven en zich voor deelname aan de kerkdienst melden. De stelling van de directeur dat het personeel op de afdeling niet wist dat de celdeur gesloten was, is onaannemelijk. In ieder geval had men dat moeten weten, omdat de celdeur volgens de directeur normaal vóór en tijdens de kerkdienst openstaat. Het is dus aan de directeur te wijten dat klager de kerkdienst heeft gemist. Het afdelingspersoneel weet dat klager geen enkele kerkdienst overslaat. Het was nota bene klagers eigen mentor die de kerkgangers naar de kerk bracht. Hij weet dat klager elke zondag naar de kerk gaat en op de lijst van kerkgangers staat. Klager heeft op tijd op de intercom geduwd, maar kreeg toen te horen dat het personeel met de kerkgangers al op weg was. Het personeel had klager alsnog naar de kerkdienst kunnen brengen, men was immers nog onderweg naar de kerk/gebedsruimte, maar ook die moeite heeft het personeel niet gedaan.
Standpunt van de directeur
Klager verbleef ten tijde van zijn klacht in een plusprogramma. Zijn celdeur is vóór en tijdens de kerkdienst open. Klager kan er zelf voor kiezen mee te lopen naar de kerkdienst of om op de afdeling te blijven. Gedetineerden die in een basisprogramma verblijven worden persoonlijk gevraagd en uitgesloten als zij de kerkdienst willen bijwonen. De gedetineerden in het plusprogramma hebben een eigen verantwoordelijkheid hierin. Tevens wordt er tweemaal op de afdeling geroepen wanneer het personeel gaat lopen richting de kerk. Klager is in geen enkel recht beperkt.
3. De beoordeling
De directeur stelt dat gedetineerden die in een plusprogramma zijn geplaatst, waaronder klager, zelf kunnen kiezen wel of niet mee te gaan naar de kerkdienst. Hun celdeur is immers vóór en tijdens de kerkdienst geopend. Klager is echter stellig in zijn bewering dat op zondag 5 mei 2019 de celdeur op slot was en dat hij mogelijk hierdoor de oproep van het personeel dat men kon meegaan naar de kerkdienst ook niet heeft gehoord. Het personeel was er kennelijk niet van op de hoogte dat de celdeur van klager gesloten was. De beroepscommissie acht klagers stelling geloofwaardig en gaat er dus van uit dat klager, die een trouwe kerkganger is, door de gesloten celdeur niet heeft kunnen deelnemen aan de kerkdienst. De beroepscommissie is voorts van oordeel dat na de oproep van klager via de intercom het personeel enige moeite had kunnen doen klager alsnog te begeleiden naar de kerkdienst. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard.
Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal deze vaststellen op €5,-.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €5,-.
Deze uitspraak is op 14 september 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. E. Dinjens en mr. J.M.L. Niederer, leden, bijgestaan door mr. R. Kokee, secretaris.
secretaris voorzitter