Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4143/GA, 18 september 2020, beroep
Uitspraakdatum:18-09-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-19/4143/GA             

       

Betreft [klager]            Datum 18 september 2020

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van […] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld omdat hij tijdens bloktijden geen gebruik kan maken van televisie, keuken en de telefoon in de afgesloten recreatieruimte (Z1-2019-497).

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichtingen (PI) Zwolle heeft op 24 juni 2019 het beklag ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. J.J. Serrarens, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Zwolle (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is structureel arbeidsongeschikt. Tijdens de arbeidsuren kan hij geen gebruik maken van de keuken en de recreatieruimte op de afdeling waar ook de telefoon staat. Klager verblijft op de plusafdeling E1. Arbeidsongeschikte gedetineerden op de plusafdelingen E0 en C0 kunnen tijdens de arbeidsuren wel naar de keuken of de recreatieruimte. Daar staan alle deuren van de afdeling open. Er is geen rechtvaardiging voor dit onderscheid. Als het tijdens de arbeidsuren ontbreken van toezicht of personeel op de afdeling een probleem zou zijn, zou dat ook voor de afdelingen E0 en C0 moeten gelden. Tijdens de arbeid worden klager geen alternatieve activiteiten aangeboden. Weliswaar wordt klager niet ingesloten op zijn cel, maar daar heeft hij niets aan als op de afdeling de deuren van de gezamenlijke ruimten gesloten zijn. De sluiting van met name de recreatieruimte betekent dat klager feitelijk toch is aangewezen op zijn eigen cel. De directeur heeft een inspanningsverplichting klager een vervangend programma aan te bieden. Klager verwijst naar de uitspraak RSJ 21 februari 2018, 17/1269/GA. Aan die zorgplicht heeft de directeur niet voldaan. Klager had het praktisch gevonden als hij tijdens de arbeidsuren had mogen telefoneren. Hij heeft – anders dan de beklagcommissie meent - niet gesteld dat zijn recht om te telefoneren is geschonden.

 

Standpunt van de directeur

De directeur meent dat klager niet-ontvankelijk in zijn beroep moet worden verklaard, aangezien het beroepschrift van 10 juli 2019 niet met redenen is omkleed.

Klager is arbeidsongeschikt en verbleef ten tijde van de klacht op een reguliere afdeling met een plusprogramma. Met het plusprogramma kon klager gebruikmaken van de vrije inloopmomenten bij de bibliotheek, de sport, het luchten, etc. Op de afdeling kon hij gebruikmaken van de televisie en de keuken. Dit was alleen niet mogelijk tijdens de blokuren en arbeidsmomenten, omdat er dan geen toezicht/begeleiding is. Verder kon klager meedraaien met het dagprogramma. Klager heeft elke dag ruim de tijd om te telefoneren, ook in een privéruimte op de afdeling en op de luchtplaats. Tijdens de arbeid, blokuren of ziekmelding kan alleen bij dringende redenen worden getelefoneerd of gebruik worden gemaakt van de recreatieruimte. Dit wordt dan overlegd met de medewerkers.

 

3. De beoordeling

De directeur stelt dat klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat het beroepschrift niet met redenen is omkleed als bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet. Het namens klager ingediende beroepschrift van 10 juli 2019 is op nader aan te voeren gronden ingediend. Overeenkomstig het procesreglement RSJ (www.rsj.nl) is de advocaat van klager een termijn gegeven de gronden alsnog in te dienen. Op 18 juli 2019 en derhalve tijdig zijn de gronden van het beroep ontvangen. Klager kan derhalve in zijn beroep worden ontvangen.

In RSJ 21 februari 2018, 17/1269/GA heeft de beroepscommissie bepaald dat de directeur ten aanzien van gedetineerden die als gevolg van structurele omstandigheden in hun persoon gelegen, zoals bijvoorbeeld langdurige of permanente arbeidsongeschiktheid, niet aan de arbeid kunnen deelnemen, een inspanningsverplichting heeft de gedetineerde niet alleen in staat te stellen zich gedurende arbeidsuren buiten zijn cel op te houden, maar hem tijdens die uren zoveel mogelijk een vervangend programma aan te bieden.

De beroepscommissie stelt vast dat klager, die op een reguliere afdeling met een plusprogramma heeft verbleven, tijdens de blokuren en arbeidsmomenten geen vervangend programma is aangeboden. De beroepscommissie is van oordeel dat de directeur daarmee niet aan vorenbedoelde inspanningsverplichting heeft voldaan. De door de directeur genoemde reden, namelijk dat op die momenten geen toezicht/begeleiding aanwezig is, ontheft de directeur in dit geval niet van de op hem rustende inspanningsverplichting. Dit klemt temeer nu klager voor de beklagcommissie en thans wederom in beroep onweersproken heeft gesteld dat de gedetineerden op de andere afdelingen met een plusprogramma tijdens de arbeidsmomenten wel gebruik kunnen maken van de keuken of de recreatieruimte. Gelet hierop zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren.

Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe, die is bedoeld voor het door klager ondervonden ongemak. Uit de stukken wordt niet duidelijk hoe vaak aan klager vanaf het moment van indiening van het klaagschrift tot het moment van zijn plaatsing in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum tijdens de blokuren en arbeidsmomenten geen vervangend programma is aangeboden. Hoewel klager gedurende deze momenten niet is ingesloten en tijdens de overige momenten van het dagprogramma wel gebruik heeft kunnen maken van de toen beschikbare activiteiten, acht de beroepscommissie aannemelijk dat klager enig ongemak heeft ondervonden. Zij stelt de tegemoetkoming daarom vast op €20,-.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €20,-.

 

 

Deze uitspraak is op 18 september 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. E. Dinjens en mr. J.M.L. Niederer, leden, bijgestaan door mr. R. Kokee, secretaris.

      

secretaris        voorzitter

Naar boven