Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4372/GA, 21 september 2020, beroep
Uitspraakdatum:21-09-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

 

 

Nummer          R-19/4372/GA

  

           

Betreft [Klager]

Datum 21 september 2020

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de vermissing van aangetekende post.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn heeft op 25 juli 2019 het beklag ongegrond verklaard (AE 2019/190). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. I. Stas, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Alphen in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De beoordeling

Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek is niet onderbouwd, terwijl de stukken voldoende informatie bevatten om het beroep te kunnen beoordelen. De beroepscommissie wijst het verzoek daarom af.

Namens klager is in beroep een bewijs van bezorging van een postzending overgelegd. Uit dit stuk blijkt dat de postzending op vrijdag 15 februari (de beroepscommissie begrijpt: 2019) om 09:51 uur in ontvangst is genomen op het bezorgadres “Postbus 762, 2400 AT Alphen aan den Rijn”, zijnde het postadres van de PI. Verder blijkt uit de gegevens dat het postpakket 1,7 kilogram woog en 19,5 x 33 x 52 centimeter groot was.

Klager stelt dat zijn vriendin op 13 februari 2019 per aangetekende post een verjaardagskaart en goederen aan hem heeft verzonden. Klager stelt de goederen te hebben ontvangen, maar de verjaardagskaart niet.

De beroepscommissie stelt vast dat aan klager een postpakket is verzonden dat op vrijdag 15 februari 2019 bij de PI is bezorgd. De aan hem verzonden goederen hebben klager bereikt. De beroepscommissie kan uit het namens klager in beroep overgelegde bewijs van verzending, dat mogelijk reeds door hem is getoond tijdens het rogatoir verhoor, niet afleiden dat de zending bestond uit goederen en een verjaardagkaart. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie dan ook niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

 

 

Deze uitspraak is op 21 september 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. A. van Holten, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven