Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6638/GB, 25 september 2020, beroep
Uitspraakdatum:25-09-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          R-20/6638/GB

    

           

Betreft [klaagster]

Datum 25 september 2020

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

 

[klaagster] (hierna: klaagster)

 

1. De procedure

Klaagster heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Nieuwersluis.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 31 maart 2020 afgewezen.

Klaagster heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klaagster en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klaagster

Het verzoek van klaagster is afgewezen vanwege de genomen coronamaatregelen. Klaagster doet het verzoek om haar aanvraag opnieuw te bekijken.

Klaagster heeft haar kinderen vanaf december 2019 niet gezien, omdat het voor het pleeggezin (waarin klaagsters kinderen wonen) niet mogelijk is om klaagster in de gevangenis van de locatie Ter Peel te Sevenum te bezoeken. Klaagster is al sinds begin februari 2020 bezig geweest om overgeplaatst te kunnen worden en wil haar kinderen – zodra de coronamaatregelen worden opgeheven – zo snel mogelijk zien. Bureau Jeugdzorg acht het ook noodzakelijk dat klaagster haar kinderen zo snel mogelijk weer kan zien, omdat zij al lang geen bezoek meer van haar kinderen heeft gehad.

Klaagster vraagt om een positieve beslissing op haar verzoek zodat zij – zodra de coronamaatregelen worden opgeheven – direct kan worden overgeplaatst. Dit om te voorkomen dat zij niet weer tot zes weken moet wachten op een beslissing op haar verzoek tot overplaatsing. Voor zowel haarzelf als voor haar kinderen is dit niet goed.

 

Standpunt van verweerder

De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) treft extra maatregelen om de verdere verspreiding van het coronavirus te voorkomen. De maatregelen hebben als doel het aantal contacten met de buitenwereld te beperken. Zo wordt het risico op besmetting met het coronavirus kleiner.

Horizontale overplaatsingen worden, zolang de getroffen coronamaatregelen voor het gevangeniswezen gelden, beperkt tot uitzonderlijke en spoedeisende situaties, waarbij bijvoorbeeld de veiligheid van de inrichting of van een gedetineerde in gevaar is.

Verweerder is op de hoogte van de inhoud van het beroepschrift, maar de opgelegde coronamaatregelen bieden in dit kader – behoudens bijzondere omstandigheden – geen ruimte om af te wijken. Het ontvangen van bezoek valt niet onder spoedeisende of bijzondere omstandigheden.

Er is voor gekozen om gedetineerden van wie het verzoek vanwege de coronamaatregelen wordt afgewezen, niet op een wachtlijst te plaatsen. Het is immers onduidelijk hoe lang deze situatie zal gaan duren en tijdens de duur van de genomen coronamaatregelen kunnen feiten en omstandigheden wijzigen of kan de verzochte overplaatsing niet meer gewenst zijn. Het is ondoenlijk om alle verzoeken na het opheffen van de coronamaatregelen na te lopen, de inrichtingen te verzoeken om na te gaan of een verzoek nog van kracht is en bij de inrichtingen te informeren of er zich in de tussentijd nieuwe feiten en omstandigheden hebben voorgedaan. Dit onderzoek zou geen tijdwinst opleveren ten aanzien van het opnieuw indienen van een verzoek.

 

3. De beoordeling

Klaagster verblijft op dit moment in de gevangenis van de locatie Ter Peel te Sevenum. Zij wil graag worden overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Nieuwersluis, omdat zij dan gemakkelijker en vaker bezoek van haar kinderen kan ontvangen.

 

De getroffen coronamaatregelen

De beroepscommissie stelt voorop dat de coronacrisis ingrijpende maatregelen vergt. Zo heeft een tijd lang geen bezoek kunnen plaatsvinden, werden geen (algemene) verloven toegekend en stagneerde de detentiefasering van een groot aantal gedetineerden. Deze maatregelen werden echter noodzakelijk geacht en de Tweede Kamer is hierover geïnformeerd. De beroepscommissie acht het ook begrijpelijk dat met horizontale overplaatsingen voorzichtig wordt omgegaan. Met een overplaatsing zou het virus zich van de ene inrichting naar de andere kunnen verplaatsen. Verweerder beperkt(e) horizontale overplaatsingen, vanwege de getroffen coronamaatregelen tot uitzonderlijke en spoedeisende situaties, waarbij bijvoorbeeld de veiligheid van de inrichting of van een gedetineerde in gevaar is.

 

De situatie vanaf de bestreden beslissing tot 16 juni 2020

Op 31 maart 2020, de datum van de bestreden beslissing, was de coronacrisis bijzonder nijpend. Het leven buiten de inrichtingen lag veelal stil. In die periode, tot 16 juni 2020, toen bezoek weer mogelijk was, was een horizontale overplaatsing bovendien niet of nauwelijks in klaagsters belang. Ook als zij in de inrichting van haar voorkeur had verbleven, had zij immers geen bezoek van haar kinderen kunnen ontvangen. De beroepscommissie acht het in deze situatie niet onredelijk of onbillijk dat verweerder het verzoek om overplaatsing van klaagster toentertijd heeft afgewezen, nu er ook geen sprake was van een uitzonderlijke of spoedeisende situatie.

 

De situatie vanaf 16 juni 2020 tot heden

De beroepscommissie begrijpt dat klaagster nog steeds wil worden overgeplaatst. Nu bezoek weer mogelijk is, kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet meer zonder meer worden volstaan met de verwijzing naar het beleid van de DJI om horizontale overplaatsingen categoraal af te wijzen. De coronamaatregelen kunnen ook nu nog wel een rol spelen bij de afwijzing, maar er dient ook rekening te worden gehouden met (artikel 25, zevende lid, van) de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden en met de belangen van de gedetineerde.

De beroepscommissie betrekt hierbij dat uit het selectieadvies blijkt dat de twee kinderen van klaagster, vijf en zes jaar oud, op grond van een door Samen Veilig met klaagster getroffen omgangsregeling één maal in de drie weken zonder begeleiding bij haar op bezoek mogen komen. Evenwel kan/wil de voogd de lange reis naar de locatie Ter Peel niet maken en vindt Samen Veilig de reis ook te belastend voor de kinderen. Een omgangsregeling kan alleen van de grond komen als klaagster naar de omgeving van Utrecht wordt overgeplaatst.

Gele op het voorgaande, is de beroepscommissie van oordeel dat de bestreden beslissing onvoldoende is gemotiveerd. Zij zal het beroep daarom gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Nu uit klaagsters registratiekaart blijkt dat haar detentie op 30 september 2020 zal eindigen, wordt aan verweerder geen opdracht gegeven om een nieuwe beslissing te nemen. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klaagster een tegemoetkoming toe te kennen.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij kent klaagster geen tegemoetkoming toe.

 

 

Deze uitspraak is op 25 september 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, mr. M.F.A. van Pelt en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. S. van Noordt, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven