Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7891/GV, 28 augustus 2020, beroep
Uitspraakdatum:28-08-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/7891/GV          

Betreft [klager]

Datum 28 augustus 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 10 augustus 2020 klagers verzoek om drie uur langer afwezig te zijn tijdens zijn penitentiair programma (PP) afgewezen.

Klagers raadsman, mr. W.B.O. van Soest, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De beslissing kan niet door verweerder worden genomen. Die is hiertoe niet bevoegd. De beslissing had moeten worden overgelaten aan de directeur van het Detentiecentrum (DC) Schiphol.

Standpunt van verweerder

Uit het beleidskader PP blijkt dat verweerder beslist over vrijheden in de nachtelijke uren. Voor het overige wordt verwezen naar de inhoud van de bestreden beslissing.

Uitgebrachte adviezen

De directeur van het DC Schiphol heeft positief geadviseerd ten aanzien van het verzoek.

De reclassering heeft positief geadviseerd ten aanzien van het verzoek.

3. De beoordeling

Klager is sinds 29 augustus 2017 gedetineerd. Hij ondergaat een gevangenisstraf van vijf jaar en zes maanden met aftrek, wegens poging tot doodslag en openlijke geweldpleging in vereniging. Daarnaast dient hij een subsidiaire hechtenis van drie dagen te ondergaan. De einddatum van klagers detentie is momenteel bepaald op 28 april 2021.

Klager neemt deel aan een PP. Hij heeft verzocht om op zondag 30 augustus 2020 eenmalig drie uur later dan thans is vastgelegd – om 02:00 uur in plaats van 23:00 uur – terug te mogen keren naar zijn verblijfsadres, vanwege de bruiloft van zijn zus.

Verweerder heeft dat verzoek afgewezen. Het is allereerst de vraag of hij daartoe bevoegd is of dat de directeur van het DC Schiphol hierover een beslissing dient te nemen.

De regelgeving

In artikel 8, eerste lid, van de Penitentiaire maatregel (Pm) is het volgende bepaald:

     De algemene verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van een penitentiair programma ligt bij de directeur van de inrichting of afdeling waarin de deelnemer aan het penitentiair programma is ingeschreven.

Het beleidskader PP

Verweerder heeft in beroep het beleidskader PP overgelegd. In hoofdstuk 7.1 staat – voor zover nu relevant – het volgende:

     De algemene uitgangspunten voor de toegestane vrijheden tijdens PP zijn:

-    de PP-deelnemer verblijft – gedurende de gehele looptijd van het PP – ten minste de nachtelijke uren in 23.00 tot 06.00 op zijn/haar verblijfadres

-    indien beschikbaarheid ten behoeve van werk in de nachtelijke uren of een gedeelte van de nacht vereist is, wordt dit afgestemd tussen Erkende Instantie en de UVI. De UVI informeert de eindverantwoordelijke en de SF beslist.

     Verlof is – in principe – niet toegestaan gedurende het PP.

De bevoegdheid

Uit artikel 8, eerste lid, van de Pm volgt dat de directeur de algemene verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van een PP toekomt. In beginsel is de directeur dus bevoegd om te beslissen op klagers verzoek.

De beroepscommissie is van oordeel dat die bevoegdheid op grond van het beleidskader ten aanzien van klagers verzoek niet overgaat op verweerder, reeds nu klagers verzoek niet is gedaan “ten behoeve van werk in de nachtelijke uren”. Daarbij komt dat in een beleidskader in beginsel geen bevoegdheden die bij ministeriële regeling zijn vastgelegd kunnen worden gedelegeerd.

In de bestreden beslissing wordt het verzoek beoordeeld als een verzoek om incidenteel verlof, zoals bedoeld in artikel 21 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting. Op grond daarvan zou verweerder (mogelijk) wel bevoegd zijn, maar klager heeft niet verzocht om incidenteel verlof.

Nu de bestreden beslissing onbevoegd is genomen, zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de bestreden beslissing vernietigen en het verzoek doorsturen naar de directeur van het DC Schiphol, om hierop terstond te beslissen.

Inhoudelijk

Inhoudelijk merkt de beroepscommissie nog op dat in het beleidskader is bepaald dat een PP-deelnemer van 23:00 uur tot 06:00 op het verblijfadres moet zijn. Dit uitgangspunt is als zodanig niet onredelijk, maar hier moet onder bijzondere omstandigheden redelijkerwijs van kunnen worden afgeweken.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij bepaalt dat de stukken in handen worden gesteld van de directeur van het DC Schiphol om terstond op het verzoek te beslissen.

Deze uitspraak is op 28 augustus 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. S. Djebali, voorzitter, F. van Dekken en mr. J.M.L. Niederer, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven