Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-20/4202/SGA, 20 augustus 2020, schorsing
Uitspraakdatum:20-08-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer

S-20/4202/SGA

 

 

Betreft verzoeker

Datum 20 augustus 2020

 

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van verzoeker (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Achterhoek te Zutphen (hierna: de directeur) heeft op 12 augustus 2020 aan verzoeker een ordemaatregel opgelegd van plaatsing in afzondering in eigen cel of verblijfsruimte, voor de duur van acht dagen, vanwege het voorkomen van besmettingsgevaar van het coronavirus, ingaande op 12 augustus 2020 om 15.00 uur en eindigend op 20 augustus 2020 om 15.00 uur.

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden ingeschreven als klaagschrift.

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Verzoeker is het niet eens met de opgelegde ordemaatregel, omdat hij vanaf 8 augustus 2020 alleen in zijn kamer heeft verbleven in de Forensische Verslavingskliniek (FVK) ´Basalt´. Verzoeker is toen met niemand meer in contact geweest en vormt dus geen risico op besmettingsgevaar.

Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur komt naar voren dat verzoeker op 12 augustus 2020 vanuit de FVK ´Basalt´ is teruggeplaatst in de PI Achterhoek. De directeur geeft aan dat verzoeker daarmee uit een voor de PI niet te controleren omgeving komt en dat het mogelijk is dat hij in contact is geweest met mensen die mogelijk besmet zijn met het coronavirus. Om besmettingsgevaar binnen de PI te voorkomen, heeft de directeur de bestreden beslissing genomen, welke voortkomt uit de landelijke richtlijnen Covid-19 die gelden voor de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Tijdens de ordemaatregel is voor verzoeker sprake van een individueel programma. Indien hij binnen deze acht dagen geen klachten ontwikkelt die duiden op een eventuele besmetting, kan hij deelnemen aan het programma van zijn afdeling.

De voorzitter stelt vast dat in de bestreden beslissing staat vermeld dat verzoeker niet is gehoord met als reden dat het een maatregel betreft die voortkomt uit de landelijke richtlijnen omtrent het coronavirus. De wet schrijft voor dat de directeur de gedetineerde in de gelegenheid stelt te worden gehoord, alvorens hij beslist omtrent de plaatsing in afzondering, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet. Het horen kan achterwege blijven indien de vereiste spoed zich daartegen verzet dan wel de gemoedstoestand van de gedetineerde daaraan in de weg staat. De voorzitter constateert dat in onderhavig geval van geen van deze uitzonderingen sprake is. Dat sprake is van een landelijke richtlijn Covid-19 voor DJI, maakt dat niet anders. De voorzitter overweegt dat nu verzoeker niet is gehoord alvorens is beslist tot oplegging van de ordemaatregel, de bestreden beslissing is genomen in strijd met de wet. De voorzitter zal het verzoek dan ook toewijzen.

De voorzitter merkt nog op dat de directeur de bevoegdheid heeft om – met in achtneming van alle geldende vereisten – een nieuwe beslissing te nemen ten aanzien van verzoeker.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

 

Deze uitspraak is op 20 augustus 2020 gegeven door mr.  J.D. den Hartog, voorzitter, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.

secretaris                                                   voorzitter

Naar boven