Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5596/GV, 7 oktober 2020, beroep
Uitspraakdatum:07-10-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-19/5596/GV             

Betreft [klager]            Datum 7 oktober 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 19 december 2019 een eerder aan klager verleend algemeen verlof ingetrokken.

Klagers raadsvrouw, mr. E.A. Blok, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager bestrijdt dat hij cannabis heeft gebruikt voordat hij met verlof zou gaan. Hij heeft geen rapport naar aanleiding van de positieve urinecontrole ontvangen en hij heeft om een herhalingsonderzoek verzocht, waarvan de uitslag nog op zich laat wachten (d.d. 19 december 2019). Daarnaast heeft hij niet eerder een positieve urinecontrole gehad of een rapport vanwege ongewenst gedrag ontvangen. De gescoorde THC-waarde is heel laag. In het licht van deze feiten en omstandigheden is de beslissing tot intrekking van klagers verlof disproportioneel. Klager heeft daarnaast een groot belang bij het alsnog toewijzen van het algemeen verlof, omdat hij tijdens het verlof zijn moeder bij haar revalidatie kan ondersteunen. Zij is al een lange periode niet in staat om hem in de inrichting te bezoeken.

Standpunt van verweerder

Bij beslissing van 6 december 2019 is aan klager het eerste algemeen verlof verleend.

Op 18 december 2019 was bij hem echter sprake van een positieve uitslag bij een urinecontrole op het gebruik van softdrugs, ook in het kader van het herhalingsonderzoek. Op grond van de Sanctiekaart 2019 kan een positieve urinecontrole op het gebruik van softdrugs leiden tot het intrekken van het eerstvolgende verlof. Hoewel klager in het plusprogramma verbleef, wordt hem het blowen alvorens met verlof te gaan zwaar aangerekend. Het vertrouwen ontbrak dat hij zich tijdens het verlof aan de afspraken zou houden.

Uitgebrachte adviezen

De directeur van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen heeft geadviseerd de beslissing van 6 december 2019, waarin aan klager algemeen verlof was verleend, in te trekken.

3. De beoordeling

Klager onderging een gevangenisstraf van drie jaren en vijf maanden met aftrek, wegens – kort gezegd – drugshandel. Hij was in het kader van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen vanuit Duitsland naar Nederland overgebracht en sinds 1 oktober 2019 in Nederland gedetineerd. Op 16 juli 2020 is klager in vrijheid gesteld.

Het beroep richt zich tegen de intrekking van het reeds aan klager verleende (eerste) algemeen verlof.

Vooropgesteld dient te worden dat bij verzoeken tot algemeen verlof een belangenafweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het individuele belang van de gedetineerde om zich tijdig en goed te kunnen voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds het algemeen belang van – onder meer – de orde, rust en veiligheid in de samenleving en een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf.

Op grond van artikel 17, eerste lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling), in verbinding met artikel 18 van de Regeling, kan verweerder in verband met gewijzigde omstandigheden een reeds verleend algemeen verlof of het daarvan nog resterende gedeelte intrekken. Indien de beslissing is genomen door verweerder, stelt de directeur van de inrichting hem onverwijld van de gewijzigde omstandigheden in kennis.

Op grond van de Sanctiekaart 2019 kan een positieve uitslag bij een urinecontrole op het gebruik van softdrugs (onder meer) worden gesanctioneerd door intrekking van het eerstvolgende verlof.

Bij beslissing van 6 december 2019 is positief beslist op klagers verzoek om algemeen verlof. Op 16 december 2019 – een aantal dagen voordat het verlof daadwerkelijk zou worden verleend – heeft klager positief gescoord bij een urinecontrole op het gebruik van softdrugs, hetgeen is bevestigd in een herhalingsonderzoek. De beroepscommissie ziet geen reden om te twijfelen aan de juistheid van deze uitslagen.

Naar het oordeel van de beroepscommissie vormde voornoemde omstandigheid een contra-indicatie voor verlofverlening, die, mede gelet op de Sanctiekaart 2019, de intrekking van het algemeen verlof rechtvaardigde. Gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4, aanhef en onder c en d, van de Regeling en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is op 7 oktober 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. S. Djebali, voorzitter, F. van Dekken en mr. J.M.L. Niederer, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries , secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven