Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6249/GM, 9 november 2020, beroep
Uitspraakdatum:09-11-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/6249/GM        

Betreft [klager]

Datum 9 november 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij na binnenkomst in de inrichting elf dagen geen medicatie (sumatriptan) heeft gekregen.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft vervoer voor klager geregeld, zodat hij op de zitting van 25 augustus 2020 kon worden gehoord. Klager heeft echter geen gebruik gemaakt van die mogelijkheid.

De inrichtingsarts heeft schriftelijk laten weten niet op de zitting te verschijnen.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft na binnenkomst in de inrichting op 16 januari 2020 geen sumatriptan voor zijn clusterhoofdpijn gekregen. Klager heeft elf van de veertien dagen zonder deze medicatie gezeten. Op 22 januari 2020 is er volgens klager sumatriptan besteld en kreeg hij zes pillen. Op 24 januari 2020 waren de pillen op. Op 28 januari 2020 had klager weer de betreffende medicatie.

Standpunt van de inrichtingsarts

De inrichtingsarts heeft gereageerd door toezending van het medisch dossier.

3. De beoordeling

De beroepscommissie merkt op dat van de zijde van de inrichtingsarts een inhoudelijke reactie ontbreekt, zodat voor de beoordeling van de klacht moet worden uitgegaan van de beschikbare gegevens in het dossier en hetgeen klager hierover onbestreden stelt. Klager heeft aangegeven bij binnenkomst in de inrichting elf dagen geen sumatriptan te hebben gekregen. In het medische dossier staat vermeld dat op 16 januari 2020 twaalf stuks sumatriptan (zo nodig driemaal daags één tablet) zijn besteld en dat op 28 januari 2020 opnieuw twaalf stuks sumatriptan zijn besteld. Klager stelt dat hij op 22 januari 2020 zes pillen kreeg en dat deze op 24 januari 2020 op waren en dat hij pas op 28 januari 2020 weer deze medicatie kreeg. Nu dit door de medische informatie niet zonder meer wordt weerlegd acht de beroepscommissie niet onaannemelijk dat klager meerdere dagen zijn medicatie niet heeft gekregen.  

Gelet op het voorgaande moet het handelen van de inrichtingsarts worden aangemerkt als in strijd met de norm van artikel 28 van de Penitentiaire maatregel. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Deze uitspraak is op 9 november 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, drs. K.M.P.A.M. Habryka en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven