Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0451/SGA, 12 maart 2004, schorsing
Uitspraakdatum:12-03-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/451/SGA

Betreft: [klager] datum: 12 maart 2004

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 9 maart 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Ooyerhoek te Zutphen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie d.d. 1 maart 2004, inhoudende de verwijdering van de televisievan de cel van verzoeker.

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het klaagschrift d.d. 26 februari 2004 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 11 maart 2004.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft het verzoek schriftelijk toegelicht. Daarbij is het volgende aangevoerd. Verzoeker vraagt om herziening van zijn eerder ingediende schorsingsverzoek en dit alsnog toe te wijzen. Over de omstandigheid dat de post telang op de afdeling postverwerking blijft liggen is reeds vele malen geklaagd bij de directie. Ondanks diverse toezegging is daar nog steeds niets aan gedaan. Zo kan het dus gebeuren dat een klaagschrift niet bij de commissie vantoezicht is op het moment dat er een schorsingsverzoek is ingediend. De klacht dateert van 19 februari 2004. Het klaagschrift is pas op 26 februari 2004 verzonden omdat eerst is geprobeerd met de directie hierover te communiceren.Ondanks het gestelde in de beslissing van de voorzitter van 3 maart 2004 en ondanks dat verzoeker voldoet aan alle voorwaarden uit het contract, heeft verzoeker zijn televisie niet teruggekregen. De dagen en met name de avondenworden zo oneindig lang en frustrerend. Het is schandalig dat de directie op een zo grove manier haar macht misbruikt.

Uit de inlichtingen van de directeur komt onder meer het volgende naar voren. Op 3 februari 2004 heeft het managementteam van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Achterhoek besloten om met ingang van 1 maart 2004 de prijs voor dehuur van een televisie door gedetineerden voor alle locaties gelijk te stellen op € 4,- per week. Dit besluit is gegrond op het feit dat de locaties binnen de p.i. Achterhoek deel uitmaken van één organisatie en dat het om éénproduct handelt. Op dit moment huurt de locatie Ooyerhoek zijn televisies nog van een derde. Deze huurovereenkomst loopt per 1 juli 2004 af. Per die datum zal de gehele p.i. Achterhoek al zijn televisies voor gedetineerden ineigendom hebben. Dat betekent dat per genoemde datum nieuwe televisies voor de locatie Ooyerhoek zullen worden aangeschaft. In de genoemde huurprijs zijn niet alleen de kosten van de televisie zelf opgenomen, maar ook die van dehoofdtelefoons, energieverbruik, UPC, Canal+ en toekomstige prijsstijgingen.

2. De beoordeling
Bij verzoekschrift d.d. 2 maart 2004 heeft verzoeker eerder om schorsing verzocht van de beslissing van de directeur om verzoekers televisie van cel te verwijderen. Bij beslissing van 3 maart 2004 (nummer 04/385/SGA) is verzoekerniet ontvankelijk verklaard in dit verzoek nu vooralsnog niet aannemelijk was geworden dat verzoeker een klaagschrift ten aanzien van de beslissing van de directeur had ingediend. Nu verzoeker thans wel een klaagschrift heeftingediend, dient verzoeker ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzoek.

De bepalingen van de – zo verstaat de voorzitter – tot 1 maart 2004 door de locatie gebezigde Huurovereenkomst kleurentelevisie met afstandsbediening luiden, voor zover hier van belang:
4. De huurprijs per huurperiode bedraagt € 3,40. (...)
5. De huurovereenkomst eindigt met onmiddellijke ingang
* door opzegging door de huurder tegen het einde van de huurperiode;
* door niet- of niet tijdige betaling van de verschuldigde huur;
* door opzegging door de verhuurder in geval van al dan niet (gedeeltelijke) beschadiging en/of gedeeltelijke vernieling dan wel in geval van overtreding van de artikelen 9 en 10 van dezeovereenkomst;
* bij definitieve beëindiging van het verblijf van huurder in de inrichting. (...)
9. Het gehuurde is en blijft eigendom van de verhuurder en mag derhalve door huurder in generlei wijze worden vervreemd dan wel aan derden worden overgedragen, noch aan derden worden door- of wederverhuurd;
10 Het is de huurder onder geen voorwaarde toegestaan zelf reparaties aan het gehuurde te verrichten, dan wel de door/namens verhuurder verrichte inregeling van de kanaalkeuze te wijzigen. Indien huurder in strijd metdit verbod handelt, is de verhuurder gerechtigd de huurovereenkomst op te zeggen. (...)

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter voorziet deze huurovereenkomst niet in een tussentijdse, eenzijdige verhoging van de huursom. Evenmin is blijkens de overeenkomst het weigeren van de verhoging van de huursom – naar hetvoorlopig oordeel van de voorzitter – reden voor een eenzijdige beëindiging van de huurovereenkomst door de verhuurder. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter kan de beslissing van de directeur om de televisie van klager vanzijn cel te verwijderen daarom de toets van redelijkheid en billijkheid niet doorstaan, nu deze beslissing in strijd met voornoemde overeenkomst is genomen.

Indien en voorzover de inrichting de huursom voor de aan gedetineerden ter beschikking gestelde televisies wenst te wijzigen kan dat naar het voorlopig oordeel van de voorzitter door het met instemming van beide partijen wijzigenvan de huurovereenkomst dan wel het (eveneens met instemming van beide partijen) beëindigen van de oude huurovereenkomst en het sluiten van een nieuwe huurovereenkomst.
Ten aanzien van gedetineerden die nog geen huurovereenkomst met de locatie hebben gesloten, staat het de directeur (binnen de grenzen van redelijkheid) vrij om de hoogte van de huursom contractueel vast te leggen.
Gelet op het vorenstaande dient het verzoek te worden toegewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur. De voorzitter verstaat dat verzoeker per omgaande in het bezit van de televisie wordt gesteld tot het moment waarop de beklagcommissie zal hebben beslistop het beklag.

Aldus gedaan door mr. J.W.P. Verheugt, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 12 maart 2004.

secretaris voorzitter

Naar boven