Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6721/GB, 5 augustus 2020, beroep
Uitspraakdatum:05-08-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer R-20/6721/GB

 

Betreft [klager] Datum 5 augustus 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan tot deelname aan een zogeheten stapeltraject (plaatsing in een Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting (ZBBI) gevolgd door deelname aan een penitentiair programma (PP)).

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft het verzoek op 26 februari 2020 afgewezen. Deze beslissing is niet uitgereikt aan klager, omdat er een fout in stond.

Op 9 maart 2020 is namens klager verzocht het verzoek op dat moment niet in behandeling te nemen.

Verweerder heeft daarop de – nog niet uitgereikte – beslissing verwijderd, zo valt af te leiden uit een bericht van klagers casemanager.

Op 20 april 2020 is de beslissing van 26 februari 2020 alsnog aan klagers raadsvrouw, mr. J.J.H.M. de Crom, verstrekt, nadat zij daarom had verzocht.

Klagers raadsvrouw heeft op 21 april 2020 namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft nooit een afschrift van de bestreden beslissing ontvangen. Eerst op 20 april 2020 vernam hij van zijn casemanager dat zijn verzoek zou zijn afgewezen. Klagers raadsvrouw heeft de bestreden beslissing toen opgevraagd. Eerder werd klager verteld dat er geen beslissing was. Het beroepschrift kon dus niet eerder worden ingediend.

Verweerder beschikte niet over de juiste informatie op het moment dat de bestreden beslissing werd genomen. Klagers nieuwe verlofadres is goedgekeurd. De casemanager heeft foutieve informatie doorgegeven. Klager doet inmiddels betalingen in het kader van zijn schadevergoedingsmaatregel. Er kan worden voorzien in een dagprogramma voor tijdens klagers deelname aan een PP.

 

Standpunt van verweerder

De bestreden beslissing is niet uitgereikt aan klager, omdat die gedateerde informatie bevatte. Klagers vorige advocaat heeft daarna op 9 maart 2020 het verzoek ingetrokken. De beslissing is toen ingetrokken, zodat klager een nieuw verzoek kon indienen. Er is dus geen beslissing waartegen beroep kan worden ingesteld. Verzocht wordt klager niet-ontvankelijk te verklaren.

 

3. De ontvankelijkheid

Zoals hierboven, onder ‘De procedure’, is weergegeven, is de bestreden beslissing niet aan klager uitgereikt, omdat er een fout in stond. Even later is namens klager verzocht zijn verzoek vooralsnog niet in behandeling te nemen. Van een nieuw verzoek nadien is niet gebleken. Het bevreemdt weliswaar dat de – volgens verweerder niet uitgereikte, ingetrokken en verwijderde – beslissing op 20 april 2020 alsnog aan klagers raadsvrouw is verstrekt, maar dat betekent niet dat de intrekking van de beslissing ongedaan is gemaakt. Verweerder is kennelijk immers in afwachting van een nieuw verzoek.

Nu er geen actueel verzoek ingediend is en er (daarom) ook geen sprake kan zijn van een beslissing, kan klager niet in zijn beroep worden ontvangen.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

 

 

Deze uitspraak is op 5 augustus 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. M. Iedema, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

 

secretaris voorzitter

Naar boven