Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2770/GA, 12 maart 2004, beroep
Uitspraakdatum:12-03-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2770/GA

betreft: [klager] datum: 12 maart 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 2 december 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 16 september 2003 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Demersluis te Amsterdam, welke op 26 november 2003 is verzonden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld h.v.b. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet mogen invoeren van een computer.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden
als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep, zakelijk en samengevat weergegeven, als volgt toegelicht. Het standpunt dat ik geen formeel verzoek heb ingediend, is onredelijk. De betreffende computeris tezamen met mijn overige eigendommen overgebracht van de locatie Havenstraat. Ik heb een schriftelijk verzoek ingediend waarop direct gereageerd zou worden. Andere gedetineerden zijn wel in het bezit van een laptop. In deuitspraak van de beroepscommissie van 17 juli 2000, met kenmerk 00/1837/GA, werd de weigering van een laptop onredelijk en onbillijk geacht. Ik wil gelijke behandeling.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
In onderdeel 4.5.1.2 van de Huisregels bij de locatie Demersluis is bepaald dat een gedetineerde die voorwerpen onder zijn berusting wenst te houden anders dan voorwerpen die zijn verboden of zijn toegestaan, hiertoe een verzoek kanindienen bij de directeur. Het invoeren van goederen geschiedt via de visitatie door middel van een invoerverzoek, dat door de gedetineerde is ingediend en door de directie is goedgekeurd. Uit de stukken is niet gebleken danwelonvoldoende aannemelijk geworden dat klager een verzoek om invoer van een computer heeft ingediend. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan derhalve - voorzover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niettot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris,
op 12 maart 2004

secretaris voorzitter

Naar boven