Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0132/GA, 4 maart 2004, beroep
Uitspraakdatum:04-03-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 04/132/GA

betreft: [klager] datum: 4 maart 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 26 januari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een uitspraak d.d. 19 januari 2004 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen Utrecht, locatie Nieuwersluis,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klaagster om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van kleding.

De beklagcommissie heeft het beklag niet-ontvankelijk verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klaagster en de directeur
Klaagster heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Wegens haar niet terugkeren van een dag strafonderbreking op 25 november 2003 hebben personeelsleden haar cel ontruimd. Vier door haar moeder op of omstreeks 21 november 2003 ingevoerde onderbroeken en twee T-shirts komen niet voorin het ontruimingsverslag en zijn dan ook verdwenen. Op de lijsten van geleende kleding is ook maar wat doorgestreept.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Het beklag richt zich tegen het zoekraken van de onder 2 genoemde kledingstukken tijdens klaagsters ongeoorloofde afwezigheid in de inrichting.
Het ontruimen van klaagsters cel heeft plaatsgehad onder verantwoordelijkheid van de directeur. Het beklag had reeds daarom ontvankelijk moeten worden verklaard.
Vast is komen staan dat de directeur klaagsters cel conform de richtlijnen met betrekking tot door gedetineerden in penitentiaire inrichtingen achtergelaten voorwerpen, kenmerk 021/388, d.d. 3 februari 1988 heeft doen ontruimen doortwee piw-ers, die daarvan een ontruimingsverslag hebben opgemaakt en ondertekend. Mede gelet op de stelling van de directeur dat voor klaagster niets is ingevoerd in de periode voorafgaand aan haar ontvluchting is onvoldoendeaannemelijk dat klaagsters onder 2 genoemde kledingstukken, worden vermist. Aannemelijk is dat alle zich in klaagsters cel bevindende goederen zijn ingepakt. Het ontbreken in het verslag van een aantal in paragraaf 1.3 vanvoornoemde richtlijnen opgesomde gegevens kan niet tot een ander oordeel leiden. Het beklag is ontvankelijk en zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart het beklag en verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 4 maart 2004

secretaris voorzitter

Naar boven